Via het touchscreen
Wijzigen van een geprogrammeerde snelheid
Druk op deze toets om het
menu "Rijden" te selecteren.
Druk op "Inst. snelheden".
Selecteer de functie waarvoor u nieuwe
snelheden wilt programmeren:
snelheidsbegrenzer
of
snelheidsregelaar
Kies de snelheid die u wilt wijzigen.

- Voer de nieuwe waarde in met de
nummertoetsen en bevestig.
- Bevestig om de wijzigingen op te slaan en
sluit het menu af.

Toets "MEM"
Met deze toets kunt u een geprogrammeerde
snelheid selecteren die u wilt gebruiken voor de
snelheidsbegrenzer of de snelheidsregelaar.
Zie de desbetreffende rubriek.
LESEN SIE MEHR:
Wijzigen van een
geprogrammeerde snelheid
Druk op de toets "MENU" om naar het
algemene menu te gaan.
Selecteer het menu "Persoonlijke instelling -
configuratie" en bevestig uw keuze.
Selecteer het menu "Parameters auto" en
bevestig uw keuze.
Selecteer "Hulp bij het rijden" en bevestig uw keuze.
Selecteer "Geprogrammeerde snelheden"
en bevestig uw keuze.
Selecteer de te wijzigen geprogrammeerde
snelheid en bevestig uw keuze.
Wijzig de snelheid en bevestig uw keuze.
Selecteer "OK" en bevestig dit om de
wijzigingen op te slaan.
Om veiligheidsredenen mogen de
geprogrammeerde snelheden alleen
worden gewijzigd als de auto stilstaat.
Dit systeem voorkomt dat de auto de door de bestuurder ingestelde snelheid
overschrijdt.
De snelheidsbegrenzer moet handmatig
worden ingeschakeld.
Kia airconditioningssystemen zijn gevuld met koudemiddel R a of
R1234yf.
Start de motor. Druk op toets A/C.
Zet de luchtcirculatietoets in stand
3. Schakel de stand BUITENLUCHT of
RECIRCULATIE in met de toets luchttoevoer.
Stel de aanjagersnelheid en de temperatuur bij om een maximaal
comfort te bereiken.