Instructieboekje, auto handleidingen

Inschakelen

Inschakelen

  • Draai de knop 1 in de stand "LIMIT": de snelheidsbegrenzer is geselecteerd, maar nog niet ingeschakeld (Pause).

  • Als de ingestelde snelheid (laatste in het systeem opgeslagen snelheid) de door u gewenste snelheidslimiet is, druk dan op de toets 4 om de snelheidsbegrenzer in te schakelen.

  • Druk nogmaals op de toets 4 om de werking van de functie tijdelijk te onderbreken (Pause).

    LESEN SIE MEHR:

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Bediening op het stuurwiel

    Knop voor het selecteren van de snelheidsbegrenzer. Toets voor het verlagen van de ingestelde snelheid. Toets voor het verhogen van de ingestelde snelheid. Toets voor het inschakelen / onderbreken van de snelheidsbegrenzing. Toets voor het beheer van de geprogrammeerde snelheden.

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Instellen van de snelheidslimiet (ingestelde snelheid)

    Er kan een snelheid worden ingesteld zonder de begrenzer in te schakelen. Wijzigen van de snelheidslimiet met behulp van de geprogrammeerde snelheden via uw Autoradio: activeer eerst de functie (zie de rubriek "Opslaan van snelheden"), houd de toets 2 of 3 ingedrukt, het systeem geeft de geprogrammeerde snelheid weer die het dichtste bij de actuele wagensnelheid ligt; deze snelheid wordt de nieuwe snelheidslimiet, druk nogmaals op de toets 2 of 3 om een andere snelheid te selecteren.

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Algemene informatie

    Radiofrequenties en factoren voor een goede radio-ontvangst N.B.:  Langdurig naar luide audio luisteren kan uw gehoor beschadigen.  Factoren voor radio-ontvangst  Afstand en sterkte  Naarmate u verder van een FM-zender verwijderd bent, hoe zwakker het signaal wordt en hoe zwakker de ontvangst.  Terrein  Heuvels, bergen, hoge gebouwen, bruggen, tunnels, snelwegviaducten, parkeergarages, dicht op elkaar staande bomen en onweersbuien kunnen de ontvangst verslechteren.  Overbelasting zender  Wanneer u dichtbij een radiozendmast rijdt, kan een sterker signaal een zwakker signaal verdringen en interferentie in het audiosysteem veroorzaken.