WAARSCHUWING smeldingen
Parkeerrem automatisch in werking

Als de EPB vanuit AUTO HOLD wordt bediend, klinkt een WAARSCHUWING ssignaal
en wordt een melding weergegeven.
Autohold wordt uitgeschakeld. Druk op rempedaal

Wanneer er niet correct wordt geschakeld van Auto Hold naar EPB klinkt er
een WAARSCHUWING en verschijnt er een melding.
OPMERKING Als deze melding wordt weergegeven, werken AUTO HOLD en EPB mogelijk niet. Trap voor uw veiligheid het rempedaal in.
Duw op rempedaal voor deactivatie AUTO HOLD

Als u het rempedaal niet hebt ingetrapt tijdens het vrijgeven van de
functie AUTO HOLD met de schakelaar [AUTO HOLD], klinkt er een
WAARSCHUWING ssignaal en wordt een melding weergeven.
AUTO HOLD niet aan. Sluit portier, motorkap, achterklep en maak
gordel vast

Als bij indrukken van de schakelaar [AUTO HOLD] het bestuurdersportier of
de motorkap niet gesloten is of de veiligheidsgordel van de bestuurder
niet vastgeklikt is, klinkt er een WAARSCHUWING ssignaal en wordt een
melding weergegeven op het LCD display. Druk op de toets [AUTO HOLD] nadat
het bestuurdersportier en de motorkap gesloten zijn en de
veiligheidsgordel vastgeklikt is.
LESEN SIE MEHR:
Parkeerrem activeren
Inschakelen van de EPB (elektronische parkeerrem):
Trap het rempedaal in.
Trek de EPB schakelaar omhoog.
WAARSCHUWING ABS (of ESC) kan geen ongelukken voorkomen die het gevolg zijn van gevaarlijk rijgedrag. Hoewel u de auto bij een noodstop beter onder controle kunt houden, moet u toch voldoende afstand tot uw voorligger te bewaren. U moet uw rijsnelheid altijd aan de omstandigheden aanpassen en zo nodig uw snelheid verlagen. De remweg van auto's met ABS (of ESC) kan in de volgende situaties langer zijn dan van auto's zonder een dergelijk systeem. Rijd in deze situaties met een lagere snelheid:
Op slechte wegen, wegen met steenslag of wegen die met sneeuw bedekt zijn.
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn.
De mistverlichting werkt in combinatie met het dimlicht en het grootlicht.
Mistlampen vóór en
mistachterlichten
Verdraai de ring:
één stand naar voren om de mistlampen
vóór in te schakelen,
twee standen naar voren om de
mistachterlichten in te schakelen,
één stand naar achteren om de
mistachterlichten uit te schakelen,
twee standen naar achteren om de
mistlampen vóór uit te schakelen.