De mistverlichting werkt in combinatie met het dimlicht en het grootlicht.
Mistlampen vóór en mistachterlichten
Verdraai de ring:
Als de verlichting automatisch wordt uitgeschakeld (uitvoeringen met automatische verlichting) of als het dimlicht handmatig wordt uitgeschakeld, blijven de mistverlichting en de parkeerlichten branden.
De parkeerlichten worden dan ook uitgeschakeld.
U moet zelf inschatten wanneer u de mistlampen moet inschakelen, omdat mogelijk de lichtsterktesensor van de automatische verlichting ondanks eventueel aanwezige mist toch voldoende licht kan constateren.
Vergeet niet de mistlampen uit te zetten zodra ze niet meer nodig zijn.
Als u het contact afzet, worden alle lichten automatisch uitgeschakeld, behalve als de automatische "follow me home"-verlichting is geactiveerd.
Aanzetten van de verlichting na afzetten van het contact
Om de verlichting weer aan te zetten, draait u de ring A in de stand "0"- lichten gedoofd, en kiest u vervolgens de door u gewenste stand.
Als het bestuurdersportier wordt geopend, klinkt er een geluidssignaal om aan te geven dat de verlichting nog brandt.
De verlichting gaat vanzelf na enige tijd uit; hoe lang dit duurt is afhankelijk van de laadtoestand van de accu (overgang naar eco-modus).