Instructieboekje, auto handleidingen

Parkeerhulp vóór

De parkeerhulp vóór is een aanvulling op de parkeerhulp achter en wordt geactiveerd zodra er bij een wagensnelheid van maximaal 10 km/h vóór de auto een obstakel wordt gedetecteerd.

De parkeerhulp vóór wordt uitgeschakeld zodra de auto langer dan drie seconden stilstaat met een ingeschakelde versnelling vooruit, als er geen obstakel meer wordt gedetecteerd of wanneer de wagensnelheid hoger wordt dan 10 km/h.

Aan de hand van het geluid dat via de luidspreker (voor of achter) wordt weergegeven, is te herkennen of het obstakel zich voor of achter de auto bevindt.

Uitschakelen/activeren van de parkeerhulp vóór en achter

Parkeerhulp vóór

De functie kan worden uitgeschakeld door deze knop in te drukken. Het controlelampje in de knop gaat branden.

Door de knop opnieuw in te drukken wordt de functie weer geactiveerd. Het controlelampje dooft.

De functie wordt automatisch uitgeschakeld zodra een aanhanger wordt aangekoppeld of een fietsendrager wordt gemonteerd (auto's voorzien van een door CITROËN aanbevolen trekhaak of fietsendrager).

    LESEN SIE MEHR:

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Parkeerhulp achter

    De functie wordt geactiveerd zodra de achteruitversnelling wordt ingeschakeld. Hierbij klinkt een geluidssignaal. Zodra de achteruitversnelling wordt uitgeschakeld, is de functie niet meer actief.

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Storing

    Als er een storing optreedt, gaat bij het inschakelen van de achteruitversnelling dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel branden en/of wordt er een bericht op het display weergegeven, in combinatie met een geluidssignaal (korte pieptoon).

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Sleepbedrijf

    Laat de auto bij voorkeur wegslepen door een officiële Kia dealer of een erkend bergingsbedrijf. Om schade aan uw auto te voorkomen, moeten de juiste procedures voor slepen worden gevolgd Wij bevelen het gebruik van dollies (1) of een autoambulance aan De auto mag gesleept worden met de achterwielen op de grond (zonder dollies) en de voorwielen van de grond Als een van de aangedreven wielen of de wielophanging beschadigd is of als de auto wordt gesleept met de voorwielen op de grond, plaats dan een dolly onder de voorwielen Als er geen dollies worden gebruikt, moet de auto worden gesleept met de voorwielen van de grond.