Parkeerhulp

Deze functie signaleert met behulp van
sensoren in de bumper obstakels in de
nabijheid van de auto (personen, auto's,
bomen, slagbomen, enz.) die binnen het
detectiebereik vallen.
Bepaalde obstakels (paaltjes, pionnen, enz.)
die aanvankelijk wel worden gedetecteerd,
worden mogelijk niet meer gedetecteerd als ze
zich in de dode hoek van het detectiebereik van
de sensoren bevinden.
Deze functie is een hulpsysteem: de
bestuurder dient altijd alert te blijven.
LESEN SIE MEHR:
Het opslaan van snelheden geldt voor de snelheidsbegrenzer en voor de
snelheidsregelaar.
Werking
De functie wordt geactiveerd zodra de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Dit wordt bevestigd door een geluidssignaal.
Zodra de achteruitversnelling wordt
uitgeschakeld, is de functie niet meer actief.
Schakelaar stand "Reparatie" of "Op
spanning brengen".
Aan/uit schakelaar "I/O".
Knop voor leeg laten lopen.
Manometer (bar en psi).
Opbergvak met:
kabel + adapter voor 12V-aansluiting,
diverse opblaasnippels voor accessoires
als ballonnen, fietsbanden, ...
Flacon met afdichtmiddel.
Witte slang met dop voor de reparatie.
Zwarte slang voor het op spanning
brengen.
Sticker met snelheidslimiet.
De sticker met snelheidslimiet I moet
op het stuurwiel worden geplakt om u
te herinneren aan het feit dat de band
tijdelijk is gerepareerd.