Motorblokverwarming
WAARSCHUWING
Het niet opvolgen van de instructies bij de motorblokverwarming kan
leiden tot eigendomsschade of ernstig letsel.
Gebruik de verwarming niet in combinatie met ongeaarde elektrische
systemen of tweepunts-adapters. Er bestaat kans op een elektrische schok.
N.B.: De verwarming is het
meest effectief bij buitentemperaturen van minder dan -18 ºC.
De verwarming functioneert als starthulp door de motorkoelvloeistof te
verwarmen. Op deze manier kan het klimaatregelingssysteem snel reageren. De
uitrusting bestaat uit een verwarmingselement (aangebracht in het motorblok)
en een draadbundel. U kunt het systeem aansluiten op een geaarde
wisselstroombron van 220-240 volt.
Er wordt aangeraden het volgende uit te voeren voor een veilige en correcte
werking:
- Gebruik een verlengkabel die geschikt is voor buitengebruik en lage
temperaturen. De kabel moet over een duidelijke markering beschikken die
aangeeft dat deze geschikt is voor gebruik met buitenapparatuur. Gebruik een
verlengkabel voor binnen niet buiten. Dit kan leiden tot een elektrische
schok of brandgevaar.
- Gebruik een zo kort mogelijke verlengkabel.
- Gebruik geen meerdere verlengkabels.
- Zorg tijdens de werking dat de aansluitingen voor de verlengkabelstekker
en de verwarmingskabelstekker vrij zijn van water. Is dit niet het geval,
dan kan die leiden tot een elektrische schok of brand.
- Parkeer de auto op een schone plek waar geen brandbare materialen
aanwezig zijn.
- Zorg dat u de verwarming, de verwarmingskabel en de verlengkabel stevig
aansluit.
- Controleer op hitte in de elektrische verbinding wanneer het systeem
ongeveer 30 minuten heeft gedraaid.
- Zorg dat u het systeem ontkoppelt en correct opbergt voordat u gaat
rijden. Zorg dat de afscherming de punten van de kabelstekker van de
blokverwarming afdicht wanneer de verwarming niet wordt gebruikt.
- Zorg dat u de correcte werking van het verwarmingssysteem vóór de winter
controleert.
Motorblokverwarming gebruikenDe stekker van de motorblokverwarming bevindt zich in een behuizing in de
omlijsting van de linker mistlamp. Open de ronde scharnierende deur en zorg
dat de stekkerpennen voor gebruik schoon en droog zijn. Reinig de pennen
indien nodig met een droge doek.
De verwarming verbruikt 0,4 tot 1,0 kilowatt uur energie per gebruiksuur.
Het systeem beschikt niet over een thermostaat. Het systeem bereikt de
maximale temperatuur na ongeveer drie uur draaien. De systeemprestaties
nemen niet toe en er wordt onnodig elektriciteit verbruikt wanneer de
verwarming langer dan drie uur wordt gebruikt.
LESEN SIE MEHR:
Wanneer de Waarschuwingslampjes van het controlesysteem lage
bandenspanning branden en er een WAARSCHUWING smelding op het LCD scherm in
het instrumentenpaneel wordt weergegeven, is de bandenspanning van een of
meerdere banden te laag Het Waarschuwingslampje positie lage
bandenspanning geeft aan welke band een te lage bandenspanning heeft
doordat het bijbehorende lampje gaat branden Wanneer een van deze
Waarschuwingslampjes gaat branden, verminder dan onmiddellijk snelheid,
vermijd scherp aansnijden van bochten en anticipeer op een langere remweg.
Zet de auto zo snel mogelijk stil en controleer de banden Breng de banden
op de juiste spanning zoals aangegeven op het voertuigplaatje of het
bandenspanningslabel op de middenstijl aan bestuurderszijde Vervang de
band met een te lage bandenspanning door het reservewiel als u geen
tankstation kunt bereiken of als de band lek is Wanneer u ongeveer 10
minuten rijdt met een snelheid hoger dan 25 km/h na het vervangen van de
lekke band door het reservewiel, doet zich het volgende voor:
Het controlelampje storing TPMS knippert gedurende ongeveer 1
minuut en blijft daarna branden omdat de TPMS sensor niet op het
reservewiel is gemonteerd (vervangen band met sensor niet in de auto).
Het controlelampje storing TPMS blijft continu branden tijdens
het rijden omdat de TPMS sensor niet op het reservewiel is gemonteerd
(vervangen band met sensor in de auto).