Lichtschakelaar
Met deze schakelaar kunt u de verlichting en signalering van de auto
selecteren en inschakelen.
Hoofdverlichting
Uw auto is voorzien van verschillende
verlichtingsfuncties:
- parkeerlicht: om gezien te worden,
- dimlicht: voor een optimaal zicht zonder
medeweggebruikers te verblinden,
- grootlicht: voor een optimaal zicht op
wegen zonder ander verkeer,
- meedraaiende koplampen: voor een
optimaal zicht in bochten.
Aanvullende verlichting
Uw auto is voorzien van aanvullende verlichting
voor specifieke rijomstandigheden:
- mistachterlicht: voor een betere
zichtbaarheid van achteren bij mist,
- mistlampen vóór: voor extra zicht bij mist
en voor een optimale verlichting van
kruispunten en tijdens parkeermanoeuvres,
- dagrijverlichting vóór: voor een betere
zichtbaarheid van uw auto overdag,
- extra lampen vóór: voor een betere
verlichting van de binnenzijde van de
bocht.
Instelbare functies
U kunt de volgende verlichtingsfuncties
activeren en deactiveren:
- follow me home-verlichting,
- aanvullende verlichting vóór,
- statische bochtverlichting,
- instapverlichting,
- automatische verlichting,
- "Grootlichtassistent".
Onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan zich
een laagje condens aan de binnenzijde
van de koplampen en de achterlichten
vormen; dit verdwijnt enkele minuten na
het ontsteken van de koplampen.
Ring voor de selectie van de
stand van de hoofdverlichting
Draai aan de ring om het symbool van de gewenste
stand tegenover het merkteken te zetten.
Uitvoering zonder automatische inschakeling

Uitvoering met automatische inschakeling

Lichten uit (afgezet contact) /
dagrijverlichting vóór (draaiende motor).
Automatische verlichting.
Alleen parkeerlicht.
Dimlicht of grootlicht.
Grootlichtschakelaar

Trek de hendel naar u toe om over te schakelen
van dim- naar grootlicht en terug.
Als de verlichting is uitgeschakeld of wanneer
alleen de parkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt
u een lichtsignaal geven door de hendel naar u
toe te trekken.
Verklikkerlampje
Een verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel geeft aan dat de
geselecteerde verlichting is ingeschakeld.
Ring voor de selectie van de mistverlichting
De mistverlichting werkt in combinatie met het
dimlicht en het grootlicht.

Mistlampen vóór en
mistachterlichten
Verdraai de ring:
- één stand naar voren om de mistlampen
vóór in te schakelen,
- twee standen naar voren om de
mistachterlichten in te schakelen,
- één stand naar achteren om de
mistachterlichten uit te schakelen,
- twee standen naar achteren om de
mistlampen vóór uit te schakelen.
Als de verlichting automatisch wordt
uitgeschakeld (uitvoeringen met automatische
verlichting) of als het dimlicht handmatig wordt
uitgeschakeld, blijven de mistverlichting en de
parkeerlichten branden.
- Draai de ring naar achteren om de mistverlichting uit te
schakelen. De parkeerlichten worden dan ook uitgeschakeld.
Bij helder of regenachtig weer,
zowel overdag als 's nachts,
zijn de mistlampen vóór en de
mistachterlichten verblindend voor
medeweggebruikers en daarom niet
toegestaan. Gebruik de mistlampen
vóór en de mistachterlichten uitsluitend
bij mist of sneeuwval.
Onder deze weersomstandigheden
dient u de mistlampen en het dimlicht
handmatig in te schakelen, omdat
de lichtsensor voldoende licht kan
waarnemen.
Vergeet niet de mistlampen uit te zetten
zodra ze niet meer nodig zijn.
Vergeten verlichtingAls het contact is afgezet, de
verlichting
handmatig is ingeschakeld en een van
de voorportieren wordt geopend, klinkt
een geluidssignaal om aan te geven dat
de verlichting nog brandt.
Het geluidssignaal stopt zodra de
verlichting wordt uitgeschakeld.
Als de dimlichten bij afgezet contact
blijven branden, gaat de auto over in
de ECO-mode om het ontladen van de
accu te voorkomen.
Als het contact wordt afgezet, wordt
de verlichting gedoofd, maar kunt u de
verlichting altijd weer inschakelen met
de lichtschakelaar.
LESEN SIE MEHR:
Links: duw de hendel helemaal omlaag.
Rechts: duw de hendel helemaal omhoog.
Wanneer de richtingaanwijzers na
meer dan 20 seconden nog niet zijn
uitgeschakeld, wordt bij een snelheid
van meer dan 60 km/h automatisch het
knippergeluid versterkt.
WAARSCHUWING
Afleiding tijdens het rijden kan leiden tot verlies van de
controle over de auto, aanrijdingen en letsel. We adviseren zeer
voorzichtig te werk te gaan bij het gebruik van apparatuur die uw
aandacht van de weg kan afleiden. Uw hoofdverantwoordelijkheid is de
veilige bediening van uw auto. We raden het gebruik van
handheld-apparaten tijdens het rijden af en adviseren waar mogelijk
het gebruik van spraakgestuurde systemen. Zorg dat u zich bewust
bent van alle nationale wetten met betrekking tot het gebruik van
elektronische apparaten tijdens het rijden.
Probeer het systeem niet te wijzigen of repareren. Laat uw auto
door een erkende dealer controleren.
Bedien geen afspeelapparatuur wanneer de stroomdraden of kabels
ervan zijn gebroken, gespleten of beschadigd. Plaats snoeren en
kabels uit de weg, zodat ze de werking van pedalen, stoelen,
compartimenten of veilig rijden niet hinderen.
Laat afspeelapparatuur niet onder extreme omstandigheden in uw
auto liggen, want hierdoor kan de apparatuur beschadigd raken.
Raadpleeg voor meer informatie de gebruiksaanwijzing van uw
apparaat.
Functies met snelheidsbeperking