Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handmatig of automatisch worden bediend.
LESEN SIE MEHR:
Draai aan het uiteinde van de hendel om de verlichting als volgt in te
schakelen:
De parkeerlichten voor,
achterlichten,
kentekenplaat- en
dashboardverlichting gaan
branden.
De koplampen en alle
hierboven
genoemde verlichting
gaan branden.
De koplampen, dagrijverlichting
en alle verlichting
die hierboven genoemd
is, worden automatisch
in- en uitgeschakeld.
De achterruitverwarming werkt uitsluitend bij
draaiende motor.
De achterruitverwarming kan
worden
ingeschakeld met de toets op het
bedieningspaneel van de airconditioning.
Aan
Druk op deze toets om de achterruit
en, afhankelijk van de uitvoering, de
buitenspiegels te ontwasemen. Het
verklikkerlampje van de toets gaat branden.