Bedieningsinstructies

Draai aan het uiteinde van de hendel om de verlichting als volgt in te
schakelen:
-
De parkeerlichten voor,
achterlichten,
kentekenplaat- en
dashboardverlichting gaan
branden.
-
De koplampen en alle
hierboven
genoemde verlichting
gaan branden.
-
De koplampen, dagrijverlichting
en alle verlichting
die hierboven genoemd
is, worden automatisch
in- en uitgeschakeld.
(Wanneer het contact AAN
staat.)
-
De dagrijverlichting
wordt
ingeschakeld.
LESEN SIE MEHR:
Druk bij ingeschakelde koplampen
de hendel van u af om het grootlicht
in te schakelen.
Door de hendel weer in de middenstand
te zetten, wordt het grootlicht weer uitgeschakeld.
Trek de hendel naar u toe en laat
deze meteen weer los om één keer
met het grootlicht te knipperen.
De vorm van de koplampen wijkt mogelijk af, afhankelijk van de uitvoering,
enz.
Portieren
Vergrendelen/ontgrendelen
Openen/sluiten van de zijruiten
Vergrendelen/ontgrendelen met de mechanische sleutel
Waarschuwingslampjes/waarschuwingsmeldingen
Achterklep
Openen van binnenuit
Openen van buitenaf
Openen met de mechanische sleutel
Waarschuwingslampjes/waarschuwingsmeldingen
Buitenspiegels
Verstellen van de spiegelhoek
Inklappen van de buitenspiegels
Ergonomisch geheugen*1
Ontwasemen van de spiegels
Ruitenwissers voor
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter
Voorkomen van bevriezing (voorruitverwarming)*1
Voorzorgsmaatregelen voor de wasstraat
Tankdopklep
Tanken
Brandstofsoort/inhoud brandstoftank
Banden
Bandenmaat/bandenspanning
Winterbanden/sneeuwketting
Controleren/wisselen/bandenspanningswaarschuwingssysteem
In geval van een lekke band
Motorkap
Openen
Motorolie
In geval van oververhitting
Waarschuwingsmeldingen