Gedeactiveerde passieve sleutels
In de auto achtergebleven sleutels worden gedeactiveerd wanneer de auto
wordt vergrendeld.
Een gedeactiveerde sleutel kan niet meer worden gebruikt voor het
inschakelen van het contact of het starten van de motor.
U dient alle passieve sleutels weer te activeren om ze te kunnen
gebruiken.
Ontgrendel de auto met behulp van een niet gedeactiveerde passieve
sleutel of de afstandsbediening om al uw passieve sleutels te activeren.
Alle passieve sleutels worden dan ingeschakeld als u het contact aanzet
of als u uw voertuig start met een geldige sleutel.
Portieren met het sleutelblad vergrendelen en ontgrendelen

Schuif de ontgrendeling aan de achterzijde van de afstandsbediening en
draai de kap eraf voor toegang tot het sleutelblad.
N.B.: Alleen de handgreep
van het bestuurdersportier beschikt over een slotcilinder.
LESEN SIE MEHR:
N.B.:
Als u geen
vergrendelsensor aanraakt, blijft uw auto ontgrendeld.
N.B.: Bij sommige
voertuigen zijn op de vier portieren vergrendelsensoren aangebracht.
In het voertuig bevinden zich enkele nooduitrustingen die u in geval van
nood van pas kunnen komen.
Brandblusser
Als er een kleine brand is uitgebroken en u weet hoe een brandblusser
werkt, dan kunt u onderstaande stappen voorzichtig volgen.
Trek aan de borgpen aan de bovenzijde van de brandblusser (deze
voorkomt dat de hendel per ongeluk wordt ingedrukt).
Richt de straalpijp op de basis van de vlammen.
Houd ongeveer 2,50 m afstand van de vuurhaard en knijp de
hendel in om te blussen. Als u de hendel loslaat, stopt het blussen.
Beweeg de straalpijp heen en weer richting de basis van de
vlammen Blijf de vuurhaard in de gaten houden, ook als de vlammen
lijken te zijn gedoofd. Het vuur kan opnieuw oplaaien.