Instructieboekje, auto handleidingen

Nooduitrusting

In het voertuig bevinden zich enkele nooduitrustingen die u in geval van nood van pas kunnen komen.

Brandblusser

Als er een kleine brand is uitgebroken en u weet hoe een brandblusser werkt, dan kunt u onderstaande stappen voorzichtig volgen.

  1. Trek aan de borgpen aan de bovenzijde van de brandblusser (deze voorkomt dat de hendel per ongeluk wordt ingedrukt).
  2. Richt de straalpijp op de basis van de vlammen.
  3. Houd ongeveer 2,50 m afstand van de vuurhaard en knijp de hendel in om te blussen. Als u de hendel loslaat, stopt het blussen.
  4. Beweeg de straalpijp heen en weer richting de basis van de vlammen Blijf de vuurhaard in de gaten houden, ook als de vlammen lijken te zijn gedoofd. Het vuur kan opnieuw oplaaien.

EHBO set

De EHBO set bevat onder andere een verbandschaar, verband, pleisters enz zodat eerste hulp kan worden verleend aan iemand die gewond is geraakt.

Gevarendriehoek

Plaats de gevarendriehoek op de weg om achteropkomend verkeer te waarschuwen, bijvoorbeeld wanneer u met pech langs de kant van de weg staat.

Bandenspanningsmeter (indien van toepassing)

De bandenspanning neemt ook onder normale omstandigheden langzaam af, zodat u af en toe de banden moet oppompen Dit duidt niet op een lek, maar is een normaal verschijnsel. Controleer de bandenspanning altijd bij koude banden, omdat de bandenspanning bij een hogere temperatuur toeneemt U kunt de bandenspanning als volgt controleren:

  1. Draai de ventieldop los, die zich op de velg van de band bevindt.
  2. Houd de bandenspanningsmeter aangedrukt op het ventiel. Er kan aanvankelijk wat lucht ontsnappen en er zal meer lucht ontsnappen wanneer u de bandenspanningsmeter niet stevig aandrukt.
  3. De bandenspanningsmeter wordt geactiveerd wanneer u deze stevig en zonder lucht te laten ontsnappen aandrukt.
  4. Lees de bandenspanning af op de meter om te weten of de bandenspanning laag of hoog is.
  5. Pas de bandenspanning zo nodig aan. Zie "Banden en wielen" op bladzijde .
  6. Plaats de ventieldop terug.

    LESEN SIE MEHR:

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Slepen in een noodgeval

    Laat de auto bij voorkeur wegslepen door een officiële Kia dealer of een erkend bergingsbedrijf Als dit niet mogelijk is, mag de auto tijdelijk worden gesleept met een sleepkabel of ketting die aan het sleepoog aan de voor of achterzijde van de auto is bevestigd. Wees voorzichtig bij het slepen van de auto. Zorg dat een ervaren bestuurder in de te slepen auto zit om te sturen en de remmen te bedienen Op deze manier slepen mag alleen op verharde wegen, over een korte afstand en met lage snelheid. Bovendien moeten de wielen, aandrijfassen, transmissie, stuurinrichting en remmen in orde zijn. Gebruik de sleepogen niet om een andere auto weg te slepen die vastzit in de modder of iets dergelijks waar hij niet op eigen kracht uit kan komen. Sleep geen auto’s die zwaarder zijn dan de auto waarmee wordt gesleept. De bestuurders van beide auto’s dienen goed met elkaar te communiceren.

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Onderhoud

     Ford Mondeo Vijfde generatie (Mk5) - Instructieboekje (2013-2022) > Sleutelloos starten

    N.B.:  Het systeem werkt misschien niet wanneer de passieve sleutel zich dicht bij metalen voorwerpen of elektronische apparaten bevindt, zoals sleutels of een mobiele telefoon. N.B.:  Om het contact aan te zetten en de motor te starten, moet zich een geldige passieve sleutel in uw auto bevinden. Contact aanzetten  Druk eenmaal op de startknop zonder met uw voet het rem-of koppelingspedaal aan te raken. Deze bevindt zich op het instrumentenpaneel in de buurt van het stuurwiel. Alle elektrische circuits en accessoires zijn operationeel en de waarschuwings- en controlelampen branden.