Boordcomputer
De boordcomputer geeft actuele informatie over het rijden (actieradius,
brandstofverbruik...).
Display van het instrumentenpaneel

LESEN SIE MEHR:
Druk op de toets op het uiteinde van
de ruitenwisserschakelaar om
achtereenvolgens de verschillende
functies weer te geven.
De achtersensoren werken alleen als de transmissie in de achteruit (R)
staat. Met het dichter naderen van het obstakel, neemt het tempo van de
akoestische waarschuwingssignalen toe. Als het obstakel minder dan 30 cm
ver is, klinkt het geluidssignaal continu. Als het systeem verder dan
30 cm vanaf de hoeken van de bumper een voorwerp herkent dat stilstaat
of van de auto af beweegt, klinkt het geluid maar 3 seconden. Zodra het
systeem een naderend voorwerp ontdekt, klinkt de waarschuwing opnieuw.
Het sensorbereik beslaat tot 1,8 m vanaf de achterbumper. Er is mogelijk
een kleiner detectiegebied rond de bumperhoeken.