Zitplaatsen achterin
WAARSCHUWING
Mensen die geen pijn op hun huid kunnen voelen als gevolg van hoge
leeftijd, chronische ziekte, diabetes, ruggengraatletsel, medicatie,
alcoholgebruik, uitputting of andere fysieke omstandigheden moeten
voorzichtig omgaan met de stoelverwarming. De stoelverwarming kan zelfs
bij lage temperatuur brandwonden veroorzaken, met name indien ze
gedurende langere tijd gebruikt wordt. Plaats niets op de stoel dat
mogelijk warmte-isolerend is, zoals een deken of een kussen. Hierdoor
kan de stoelverwarming oververhit raken. Steek geen spelden, naalden of
andere puntige voorwerpen door de stoelbekleding. Dit beschadigt het
verwarmingselement, waardoor de stoelverwarming oververhit kan raken.
Een oververhitte stoel kan ernstig persoonlijk letsel veroorzaken.Doe het volgende niet:
- Zware voorwerpen op de stoel plaatsen.
- De stoelverwarming inschakelen indien water of een andere vloeistof
op de stoel is gemorst. Laat de stoel grondig drogen.
N.B.: De stoelverwarming
werkt alleen als de motor draait.De bedieningselementen voor de verwarming van de achterbank bevinden
zich op de achterkant van de middenconsole.

Druk op het symbool van de stoelverwarming om door de verschillende
verwarmingsinstellingen te navigeren of om deze uit te zetten. Warmere
instellingen worden aangeduid met meer indicatielampjes.
LESEN SIE MEHR:
WAARSCHUWINGMensen die geen pijn op hun huid kunnen voelen als gevolg van hoge
leeftijd, chronische ziekte, diabetes, ruggengraatletsel, medicatie,
alcoholgebruik, uitputting of andere fysieke omstandigheden moeten
voorzichtig omgaan met de stoelverwarming. De stoelverwarming kan zelfs
bij lage temperatuur brandwonden veroorzaken, met name indien ze
gedurende langere tijd gebruikt wordt. Plaats niets op de stoel dat
mogelijk warmte-isolerend is, zoals een deken of een kussen. Hierdoor
kan de stoelverwarming oververhit raken. Steek geen spelden, naalden of
andere puntige voorwerpen door de stoelbekleding. Dit beschadigt het
verwarmingselement, waardoor de stoelverwarming oververhit kan raken.
Een oververhitte stoel kan ernstig persoonlijk letsel veroorzaken.
Doe het volgende niet:
Zware voorwerpen op de stoel plaatsen.
De stoelverwarming inschakelen indien water of een andere vloeistof
op de stoel is gemorst. Laat de stoel grondig drogen.
N.B.: De stoelverwarming
werkt alleen als de motor draait.
Druk op het symbool van de stoelverwarming om door de verschillende
verwarmingsinstellingen te navigeren of om deze uit te zetten. Warmere
instellingen worden aangeduid met meer indicatielampjes.
Voer bij het plaatsen de handelingen voor het
verwijderen in tegenovergestelde richting uit en
sluit als laatste de pluspool (+) aan.
Na het plaatsen
Controleer de accupolen.
Zet het contact aan, maar start de motor niet.
Controleer of er geen storingsmeldingen
worden weergegeven en er geen
verklikkerlampjes gaan branden. Is dit wel
het geval, neem dan contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te resetten.
Controleer of de portieren en ruiten
normaal functioneren.
Wacht na het plaatsen ongeveer 1 minuut
(of 2 minuten bij een auto met een
automatische transmissie).
Start de motor.
Controleer of de antiklemvoorzieningen
van de ruiten, het schuif-/kanteldak en
het zonnescherm van het panoramadak
correct werken.
Als de auto is voorzien van een elektrische
parkeerrem, controleer dan of deze goed
werkt door de parkeerrem aan te trekken
en vervolgens vrij te zetten.
Zet het contact uit.
Verlaat de auto en controleer of de
afstandsbediening correct werkt.
Stel de tijd en de radiozenders in en
configureer de autoradio.
Na het loskoppelen van de accu kunnen
bepaalde functies - Stop-stand van het
Stop & Start-systeem, airconditioning,
navigatie - tijdelijk zijn uitgeschakeld.