Wijzigen van de tussenafstand (afstandsregelmodus)
Door de schakelaar in te drukken
wordt de tussenafstand als volgt gewijzigd:
- Lang
- Gemiddeld
- Kort
De tussenafstand wordt automatisch op
lang ingesteld als het contact AAN
wordt gezet.
Als er een auto voor u rijdt, wordt het symbool voor een voorligger ook
weergegeven.

Instellingen tussenafstand (afstandsregelmodus)
Selecteer een afstand in de onderstaande tabel. Houd er rekening mee dat de
aangegeven afstanden overeenkomen met een rijsnelheid van 80 km/h. De
tussenafstand
is afhankelijk van de rijsnelheid.
Afstandsopties |
Tussenafstand |
Lang |
Ongeveer 50 m |
Gemiddeld |
Ongeveer 40 m |
Kort |
Ongeveer 30 m |
LESEN SIE MEHR:
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de
gewenste
snelheid wordt weergegeven.
Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid
Als u de hendel naar u toe trekt,
wordt de snelheidsregeling uitgeschakeld.
De snelheidsregeling wordt eveneens
uitgeschakeld als het rempedaal wordt
ingetrapt.
Als u de hendel omhoog drukt,
wordt de cruise control hervat en
wordt de ingestelde snelheid hervat.
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de
veiligheidsgordel
dragen.
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Trek de schoudergordel zo ver naar
buiten dat de gordel goed tegen de
schouder aan ligt en niet van de
schouder af glijdt of tegen de nek
aan ligt.
Plaats het heupgedeelte van de gordel
zo laag mogelijk over de heupen.
Stel de rugleuning af. Ga zo rechtop
mogelijk in de stoel zitten met uw
rug stevig tegen de leuning.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel
niet gedraaid zit.