Wiel aanbrengen
WAARSCHUWING
Zorg dat de pijlen op banden voor één draairichting in de juiste
draairichting wijzen wanneer de auto voorwaarts rijdt. Als u een
reservewiel moet plaatsen met de pijlen in de omgekeerde richting, dan
moet u de band zo snel mogelijk opnieuw laten plaatsen.Gebruik alleen goedgekeurde velgen- en bandenmaten. Het gebruik van
andere maten kan beschadiging van de auto tot gevolg hebben en maakt de
typegoedkeuring ongeldig.
Zorg ervoor dat er zich geen vet of olie op de schroefdraad of tussen
de tapeinden en de moeren bevindt. Hierdoor kunnen de moeren tijdens het
rijden losraken.Laat geen run-flat banden monteren indien de auto hiermee
oorspronkelijk niet was uitgerust. Neem voor meer informatie over
compatibiliteit contact op met een erkende dealer.
WAARSCHUWINGBevestig lichtmetalen velgen niet met wielmoeren die voor stalen
velgen zijn bestemd.
Gebruik uitsluitend de specifieke wielmoeren en velgen die bij uw
auto werden geleverd. Neem bij twijfel contact op met een erkende
dealer.N.B.: De wielmoeren voor
lichtmetalen velgen en stalen spaakvelgen kunnen gedurende korte tijd
worden gebruikt voor het vastzetten van de stalen velg van het
reservewiel (maximaal twee weken).
N.B.: Controleer of de
contactvlakken tussen velg en naaf schoon zijn.
N.B.: Zorg ervoor dat de
conische zijde van de wielmoeren naar de velg is gekeerd.
- Breng het wiel aan.
- Draai de wielmoeren handvast aan.
- Breng de dopsleutel voor de wielslotmoer aan.

- Installeer alle wielmoeren en draai ze gedeeltelijk vast in de
afgebeelde volgorde.
- Breng uw auto omlaag en verwijder de krik.
- Haal alle wielmoeren in de aangegeven volgorde volledig aan.
- Breng de wieldop aan met de bal van uw hand.
WAARSCHUWINGLaat het aanhaalmoment van de wielmoeren en de bandenspanning zo
spoedig mogelijk controleren.
LESEN SIE MEHR:
WAARSCHUWING
Parkeer uw auto dusdanig dat u, noch het verkeer hinder ondervindt of
gevaar loopt.Parkeer uw auto zodat u de verkeersstroom niet hindert en uzelf niet
in gevaar brengt en plaats een waarschuwingsdriehoek.
Zorg dat uw auto op een stevige en vlakke ondergrond staat, met de
voorwielen recht vooruit gericht.
Tot 160 km/h
Motor
Bandenmaat
Normale belading
Volledige belading
Vóór
Achter
Vóór
Achter
bar
bar
bar
bar
1.5L EcoBoost 1.5L
Duratorq-TDCI
215/60R16
2,4 bar
2,4 bar
2,5 bar
3,2 bar
235/50R17
2,2 bar
2,2 bar
2,5 bar
2,9 bar
1.5L EcoBoost 1.5L
Duratorq-TDCI
235/45R18
1.5L EcoBoost
235/40R19
2.0L Duratorq-TDCI
215/60R16
2,4 bar
2,4 bar
3,2 bar
235/50R17
235/45R18 235/40R19
2,2 bar
2,9 bar
2.0L EcoBoost
215/60R16
2,4 bar
3,2 bar
235/50R17
235/45R18 235/40R19
2,2 bar
2,9 bar
Alle motoren
T125/70R16
4,2 bar
Alle motoren
T125/80R16
4,2 bar
Alle motoren
T125/70R17
4,2 bar
❈ Links: Normaal
Rechts: Doorgebrand
Het elektrisch systeem van een auto is tegen overbelasting beveiligd door
middel van zekeringen Deze auto heeft 2 (of 3) zekeringkasten, één
in het zijpaneel aan bestuurderszijde en de andere in de motorruimte vlak
bij de accu Controleer de zekering van het desbetreffende circuit wanneer
een bepaalde verlichting, accessoire of bedieningsorgaan niet werkt. Als
een zekering is doorgebrand, is het element in de zekering gesmolten
Controleer allereerst de zekeringkast aan bestuurderszijde wanneer het
elektrisch systeem niet werkt Zet voor het vervangen van een doorgebrande
zekering het contact UIT en neem de minkabel van de accu los Vervang een
zekering altijd door een zekering met dezelfde stroomsterkte Als de
vervangende zekering ook doorbrandt, duidt dit op een elektrische storing
Probeer het betreffende systeem niet te gebruiken en neem onmiddellijk
contact op met een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële
Kia dealer/servicepartner te raadplegen Er worden drie typen zekeringen
gebruikt: een plat type voor lagere stroomsterkte, een cartridge type en
een multizekering voor hogere stroomsterktes.