Werking
Handmatig
Duw of trek de schakelaar tot het zware punt
om de ruit te openen of sluiten. De ruit stopt
zodra de schakelaar wordt losgelaten.
Automatisch
Duw of trek de schakelaar voorbij het zware
punt om de ruit te openen of te sluiten. Als u de
schakelaar hebt losgelaten, opent of sluit de
ruit volledig. Druk opnieuw op de schakelaar
om het openen of sluiten te stoppen.
Tot ongeveer 45 seconden nadat het
contact is afgezet, kunnen de ruiten
worden bediend zolang de portieren
van de auto gesloten blijven.
Zodra een portier wordt geopend of de
45 seconden zijn verstreken, moet u het
contact weer aanzetten om de ruiten te
kunnen bedienen.
Antiklemvoorziening
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit,
stopt de ruit en gaat deze direct gedeeltelijk
weer open.
Als de ruit niet wil sluiten, druk dan op de
schakelaar om de ruit helemaal te openen en
trek vervolgens de schakelaar omhoog tot de
ruit volledig is gesloten. Houd de schakelaar na
het sluiten nog ongeveer 1 seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
LESEN SIE MEHR:
Druk, voor de veiligheid van uw
kinderen, op de schakelaar 5 om de
ruitbediening achter, ongeacht de
stand van de ruiten, te blokkeren.
Het Advanced Smart Cruise Controlsysteem heeft als gevolg van weg en
verkeersomstandigheden beperkingen bij het detecteren van de afstand tot de
voorligger.
In bochten
Bewegende auto's op uw rijstrook worden in bochten mogelijk
niet door het Advanced Smart Cruise Controlsysteem herkend. Uw auto
accelereert dan wellicht naar de ingestelde snelheid. Ook daalt de
rijsnelheid snel wanneer de voorligger plotseling wordt herkend.
Selecteer de geschikte ingestelde snelheid op bochtige wegen en pas
actief uw rijsnelheid aan door het gaspedaal of rempedaal in te trappen
overeenkomstig de weg en rijomstandigheden.
Uw rijsnelheid wordt mogelijk verlaagd als gevolg van een auto op de
aangrenzende rijstrook. Pas actief de rijsnelheid aan door het rempedaal
in te trappen overeenkomstig de wegen rijomstandigheden. Trap het
gaspedaal in en selecteer de geschikte ingestelde snelheid. Controleer
of de wegomstandigheden een veilige bediening van de Smart Cruise
Control mogelijk maken.