Instructieboekje, auto handleidingen

Werking

Handmatig

Duw of trek de schakelaar tot het zware punt om de ruit te openen of sluiten. De ruit stopt zodra de schakelaar wordt losgelaten.

Automatisch

Duw of trek de schakelaar voorbij het zware punt om de ruit te openen of te sluiten. Als u de schakelaar hebt losgelaten, opent of sluit de ruit volledig. Druk opnieuw op de schakelaar om het openen of sluiten te stoppen.

Tot ongeveer 45 seconden nadat het contact is afgezet, kunnen de ruiten worden bediend zolang de portieren van de auto gesloten blijven.

Zodra een portier wordt geopend of de 45 seconden zijn verstreken, moet u het contact weer aanzetten om de ruiten te kunnen bedienen.

Antiklemvoorziening

Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit, stopt de ruit en gaat deze direct gedeeltelijk weer open.

Als de ruit niet wil sluiten, druk dan op de schakelaar om de ruit helemaal te openen en trek vervolgens de schakelaar omhoog tot de ruit volledig is gesloten. Houd de schakelaar na het sluiten nog ongeveer 1 seconde vast.

Tijdens deze handelingen is de antiklemvoorziening uitgeschakeld.

    LESEN SIE MEHR:

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Elektrisch bedienbare ruiten

     Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Blokkering van de ruitbediening achter

    Druk, voor de veiligheid van uw kinderen, op de schakelaar 5 om de ruitbediening achter, ongeacht de stand van de ruiten, te blokkeren.

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Beperkingen van het systeem

    Het Advanced Smart Cruise Controlsysteem heeft als gevolg van weg en verkeersomstandigheden beperkingen bij het detecteren van de afstand tot de voorligger. In bochten Bewegende auto's op uw rijstrook worden in bochten mogelijk niet door het Advanced Smart Cruise Controlsysteem herkend. Uw auto accelereert dan wellicht naar de ingestelde snelheid. Ook daalt de rijsnelheid snel wanneer de voorligger plotseling wordt herkend. Selecteer de geschikte ingestelde snelheid op bochtige wegen en pas actief uw rijsnelheid aan door het gaspedaal of rempedaal in te trappen overeenkomstig de weg en rijomstandigheden. Uw rijsnelheid wordt mogelijk verlaagd als gevolg van een auto op de aangrenzende rijstrook. Pas actief de rijsnelheid aan door het rempedaal in te trappen overeenkomstig de wegen rijomstandigheden. Trap het gaspedaal in en selecteer de geschikte ingestelde snelheid. Controleer of de wegomstandigheden een veilige bediening van de Smart Cruise Control mogelijk maken.