Werking

- Als een verkeersbord dat relevant is voor uw auto wordt gepasseerd,
geeft het systeem de informatie over de snelheidslimieten en
inhaalverboden weer voor de bestuurder.
- Als de bestuurder het contact aanzet, geeft het systeem de
informatie over de snelheidslimieten weer die was opgeslagen voordat
het contact uit werd gezet.
- Soms worden verschillende snelheidslimieten voor dezelfde weg
weergegeven De weergegeven informatie is afhankelijk van de situatie.
Reden hiervoor is dat verkeersborden met een extra bord (bijvoorbeeld
regen, pijl...) ook worden gesignaleerd en vergeleken met gegevens uit
het interieur van de auto (bijv. bediening ruitenwissers,
richtingaanwijzer...).
- In de volgende gevallen kan het systeem informatie over
snelheidslimieten updaten zonder dat er borden met snelheidslimieten
zichtbaar zijn.
- Als u links of rechts afslaat of een U bocht neemt.
- Als de auto een andere weg neemt (bijv. van snelweg naar
provinciale weg...).
- Als u een stad of dorp binnenrijdt of verlaat.
OPMERKING Als er een verschil is tussen de waarde van de snelheidslimiet in het instrumentenpaneel en het navigatiesysteem, controleer dan de instelling van de eenheid voor de snelheid in het navigatiesysteem.
LESEN SIE MEHR:
Als het systeem geen betrouwbare informatie over snelheidslimieten
heeft, wordt het volgende symbool zowel op het instrumentenpaneel als
op het navigatiescherm weergegeven.
Als het systeem een inhaalverbodsbord signaleert, wordt een
inhaalverbod weergegeven op zowel het instrumentenpaneel als het
navigatiescherm.
Nadat een bord "einde snelheidslimiet" is gepasseerd, gebruikt de
SLIF informatie van het navigatiesysteem om de bestuurder te
informeren over eventueel daarna geldende snelheidslimieten.
Voor sommige delen van snelwegen in Duitsland gelden geen
snelheidslimieten In dat geval toont de SLIF een verkeersbord "einde
snelheidslimiet" zolang geen ander snelheidslimietbord wordt
gepasseerd.
Open de motorkap.
Verwijder de afdekkap van de koplamp door de kap linksom te
draaien.
Neem de koplampstekker los.
Verwijder de fitting uit de koplampunit door deze linksom te
draaien tot de nokjes van de fitting in lijn liggen met de
uitsparingen van de koplampunit.
Plaats een nieuwe lampfitting in de koplamp door de nokjes op
de lampfitting in lijn te brengen met de uitsparingen in de koplamp.
Duw de fitting in de lichtunit en draai de fitting rechtsom.
Plaats de afdekkap van de koplamp door de kap rechtsom te
draaien