WAARSCHUWING ssignalen
Schakelaar van de alarmknipperlichten

De alarmknipperlichten dienen ervoor om de overige weggebruikers te
waarschuwen om extra voorzichtig te zijn bij het naderen, inhalen of
passeren van uw auto Ze moeten worden gebruikt in noodsituaties of als
de auto aan de kant van de weg tot stilstand is gekomen Druk de
schakelaar van de alarmknipperlichten in met het contact in een willekeurige
stand. De schakelaar alarmknipperlichten bevindt zich in het dashboard
Met de schakelaar zet u alle knipperlichten aan.
- De alarmknipperlichten werken, ongeacht of de motor draait of
niet.
- De richtingaanwijzers werken niet wanneer de
alarmknipperlichten ingeschakeld zijn.
- Wees voorzichtig bij het gebruiken van de alarmknipperlichten
wanneer de auto gesleept wordt.
LESEN SIE MEHR:
Als de motor afslaat op een kruising of kruispunt
Zet de selectiehendel in stand N als de motor afslaat op een
kruising of kruispunt en duw de auto naar een veilige plek.
Als uw auto is uitgerust met een handgeschakelde transmissie en
niet is voorzien van een contactslot, kan de auto naar voren bewegen
wanneer u naar de 2 (tweede) of 3 (derde) versnelling schakelt en
vervolgens de startmotor inschakelt zonder het koppelingspedaal in te
trappen.
WAARSCHUWINGZorg dat er zich niemand in de buurt van de elektrische achterklep
bevindt voordat u de elektrische achterklep gebruikt.
N.B.: Zorg dat het gebied
achter uw auto geen obstakels bevat en dat er voldoende ruimte is om de
achterklep te gebruiken. Voorwerpen die zich te dicht bij uw auto bevinden,
zoals een garagedeur of een ander voertuig, kunnen in contact komen met de
bewegende achterklep. Dit kan de achterklep en onderdelen hiervan
beschadigen.