Voedingspunt met 230 volt wisselstroom
WAARSCHUWING
Laat geen elektrische apparaten in het stopcontact zitten als u ze niet
gebruikt. Gebruik geen verlengsnoer in het voedingspunt van 230 volt
wisselstroom, want dan werkt de ingebouwde veiligheid niet meer. Daardoor
kan het voedingspunt overbelast worden doordat meerdere apparaten worden
gevoed die het maximale vermogen van 150 watt kunnen overschrijden, wat tot
brand en ernstige verwondingen kan leiden.N.B.: Het stopcontact schakelt
uit wanneer u het contact uitzet of wanneer de accuspanning lager wordt dan
11 volt.
U kunt het stopcontact gebruiken voor elektrische apparaten met een max.
vermogen van 150 watt. Het zit achter op de middenconsole.

De controlelamp van het stopcontact geeft het volgende aan:
- Aan: het stopcontact werkt, het contact is aan en er is een apparaat
aangesloten.
- Uit: het stopcontact is uit, het contact uit of er is geen apparaat
aangesloten.
- Knippert: het stopcontact staat in de storingsmodus.
Het stopcontact geeft tijdelijk geen stroom meer in storingsmodus als het
apparaat het max. vermogen van 150 watt overschrijdt. Ontkoppel uw apparaat
en zet het contact uit. Zet het contact weer aan, maar sluit uw apparaat
niet weer aan. Laat het systeem afkoelen en zet het contact uit om de
storingsmodus te resetten. Zet het contact weer aan en controleer of de
controlelamp blijft branden.
Sommige apparaten mag u niet op het stopcontact aansluiten, zoals:
- Kathodestraal-buis televisies.
- Apparaten met een motor, zoals stofzuigers, elektrische zagen en andere
elektrische gereedschappen of koelkasten met een compressor.
- Meetapparaten die nauwkeurige data verwerken, zoals medische apparatuur
of meetapparatuur.
- Andere apparaten die een extreem stabiele voeding vereisen, zoals
microcomputer-gestuurde elektrische dekens of lampen met aanraaksensor.
LESEN SIE MEHR:
WAARSCHUWING
Gebruik geen stopcontact om een aansteker aan te steken. Verkeerd gebruik
van de stopcontacten kan schade veroorzaken die niet door de
voertuiggarantie wordt gedekt en tot brand of ernstige verwondingen leiden.
WAARSCHUWING
Sluit geen extra elektrische accessoires aan op de aansluitbus van de
sigarettenaansteker. Verkeerd gebruik van de aansteker kan schade
veroorzaken die niet door de voertuiggarantie wordt gedekt en tot brand
of ernstig letsel leiden.
Het blindehoekdetectiesysteem (BSD) maakt gebruik van een radarsensor om
de bestuurder tijdens het rijden te waarschuwen Het systeem houdt de
omgeving schuin achter de auto in de gaten en informeert de bestuurder.
BSD (blindehoekdetectie) Het WAARSCHUWING sbereik is
afhankelijk van uw rijsnelheid. Als uw voertuig echter 10 km/h of meer
sneller rijdt dan andere voertuigen rond u, dan schakelt het
WAARSCHUWING ssignaal niet in.
LCA (Lane Change Assist) Als voertuigen uw voertuig aan hoge
snelheid naderen, schakelt het WAARSCHUWING ssignaal in.
Kruisend verkeersdetectie (Rear Cross Traffic Alert of RCTA) Als
uw voertuig achteruit beweegt, detecteert de sensor naderende
voertuigen in linkse of rechtse rijrichting, en schakelt het
WAARSCHUWING ssignaal in.