Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie
handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding op het
display van het instrumentenpaneel.
Controlelampje |
Status |
Oorzaak |
Acties / Opmerkingen |
 |
Passagiersairbag |
permanent, op
het display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde. |
De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
U kunt een kinderzitje met de "rug
in de rijrichting" plaatsen, behalve
in het geval van een storing in
het airbagsysteem (brandend
verklikkerlampje Airbags). |
Zet de schakelaar in de stand "ON" om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen.
Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting". |
 |
Elektronisch
stabiliteitsprogramma
(ESP /ASR) |
permanent. |
De toets is ingedrukt en het
verklikkerlampje brandt.
De functie ESP/ASR is uitgeschakeld.
ESP: dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antislipregeling. |
Druk op de toets om de functie ESP/ASR in te schakelen. Het
verklikkerlampje dooft.
De functie ESP/ASR wordt automatisch ingeschakeld als de
motor wordt gestart.
Na uitschakelen van het systeem wordt het automatisch opnieuw
ingeschakeld bij snelheden hoger dan ongeveer 50 km/h.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over
het ESP-systeem (ESP/ASR). |
LESEN SIE MEHR:
De volgende verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel en/of op het display
van het instrumentenpaneel geven aan dat de desbetreffende functie is
ingeschakeld.
Controlelampje
Status
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
links
knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts
knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Parkeerlichten
permanent.
De lichtschakelaar staat in de stand
"Parkeerlichten".
Dimlicht
permanent.
De lichtschakelaar staat in de stand
"Dimlicht".
Grootlicht
permanent.
Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt.
Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Mistlampen vóór
permanent.
De mistlampen vóór zijn ingeschakeld
met de ring van de lichtschakelaar.
Draai de ring van de lichtschakelaar twee standen
naar achteren om de mistlampen vóór uit te
schakelen.
Mistachterlichten
permanent.
De mistachterlichten zijn
ingeschakeld.
Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten
uit te schakelen.
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende
verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende
systeem
en moet de bestuurder actie ondernemen.
WAARSCHUWINGU wordt geadviseerd om het verwarmingssysteem na een botsing te laten
controleren door een gekwalificeerd monteur. Als u deze instructie negeert,
kan dat letsel of de dood tot gevolg hebben.
Gebruik de standkachel niet in tankstations of in de buurt van bronnen
van brandbare dampen, in een stoffige omgeving of in gesloten ruimtes. Dit
kan leiden tot ernstige of dodelijke verwondingen.