Instructieboekje, auto handleidingen

Veilig rijden

Om veilig te kunnen rijden, moet u de stoel in de juiste positie zetten en de spiegels afstellen voordat u gaat rijden.

De juiste houding achter het stuur

  1. Pas de hoek van de rugleuning zo aan dat u rechtop zit en niet voorover hoeft te leunen om te kunnen sturen.
  2. Pas de zitting zo aan dat u de pedalen helemaal kunt intrappen en dat uw armen licht gebogen zijn bij de ellebogen wanneer u het stuurwiel vasthoudt.
  3. Vergrendel de hoofdsteun met het midden zo dicht mogelijk bij de bovenkant van uw oren.
  4. Draag de veiligheidsgordel op de juiste wijze.

Voor een veilig gebruik

Juist gebruik van de veiligheidsgordels

Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veiligheidsgordel dragen.

Gebruik een passend baby- of kinderzitje tot het kind groot genoeg is om de veiligheidsgordel van de auto op de juiste wijze te dragen.

Afstellen van de spiegels

Zorg ervoor dat u goed achteruit kunt kijken door de binnenspiegel en de buitenspiegels goed af te stellen.

WAARSCHUWING Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.

Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg hebben.

  • Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het rijden.

    Als u dat wel doet, kunt u de controle over de auto verliezen.

  • Plaats geen kussen tussen de bestuurder of voorpassagier en de rugleuning.

    Gebruik van een kussen kan ertoe leiden dat de zithouding niet correct is, waardoor het effect van de veiligheidsgordel en de hoofdsteun in negatieve zin kan worden beïnvloed.

  • Plaats geen voorwerpen onder de voorstoelen.

    Voorwerpen onder de voorstoelen kunnen klem komen te zitten in de stoelslede, waardoor de stoelen wellicht niet goed vergrendeld worden. Dit kan leiden tot een ongeval en ook kan het stelmechanisme beschadigd raken.

  • Houd u altijd aan de wettelijke maximumsnelheid wanneer u op de openbare weg rijdt.
  • Neem, wanneer u lange afstanden rijdt, geregeld een pauze voordat u zich moe begint te voelen.

    Als u zich tijdens het rijden moe of slaperig voelt, moet u zichzelf niet dwingen om verder te rijden, maar direct een pauze nemen.

    LESEN SIE MEHR:

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Voordat u gaat rijden

    Vloermat Gebruik alleen vloermatten die speciaal zijn ontworpen voor auto's van hetzelfde model en modeljaar als uw auto. Bevestig ze op de juiste wijze op de vloerbedekking.

     Lexus IS 300h (XE30) - Instructieboekje (2016-2020) > Veiligheidsgordels

    Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veiligheidsgordel dragen. Juist gebruik van de veiligheidsgordels Trek de schoudergordel zo ver naar buiten dat de gordel goed tegen de schouder aan ligt en niet van de schouder af glijdt of tegen de nek aan ligt. Plaats het heupgedeelte van de gordel zo laag mogelijk over de heupen. Stel de rugleuning af. Ga zo rechtop mogelijk in de stoel zitten met uw rug stevig tegen de leuning. Zorg ervoor dat de veiligheidsgordel niet gedraaid zit.

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Onderhoudsschema voorzorgsmaatregelen

    Volg het Onderhoudsschema bij normaal gebruik wanneer de auto normaal gesproken wordt gebruikt onder andere dan de hieronder vermelde omstandigheden Volg in de onderstaande gevallen het Onderhoudsschema onder zware omstandigheden. Herhaaldelijk rijden van korte afstanden van minder dan 8 km bij normale temperaturen of minder dan 16 km bij lage temperaturen Langdurig stationair draaien of langdurig rijden met lage snelheden Rijden op slechte, stoffige, modderige en onverharde wegen, grindwegen of wegen waarop pekel gestrooid is Rijden in gebieden waar pekel of andere agressieve stoffen worden gebruikt of rijden onder zeer koude weersomstandigheden Rijden onder erg stoffige omstandigheden Filerijden Herhaaldelijk rijden op omhoog of omlaag hellende wegen of bergwegen Rijden met een aanhanger of met een camperopbouw Politieauto's, taxi's, bedrijfsauto's, commercieel slepen Sneller rijden dan 170 km/h Veel filerijden