Van binnenuit ontgrendelen en vergrendelen van de portieren
Schakelaars centrale vergrendeling
- Vergrendelen van alle portieren
- Ontgrendelen van alle portieren

Vergrendelknoppen binnenzijde portier
- Vergrendelen van het portier
- Ontgrendelen van het portier
De voorportieren kunnen worden
geopend door aan de portiergrepen
aan de binnenzijde te trekken, ook al
staan de vergrendelknoppen in de
stand vergrendeld.

Vergrendelen van de portieren van buitenaf zonder gebruik te maken
van een sleutel
Voorportieren
1. Zet de vergrendelknop aan de binnenzijde in de vergrendelde stand.
2. Sluit het portier met de portiergreep uitgetrokken.
Het portier kan niet worden vergrendeld als het contact in de stand ACC of AAN
staat of als de elektronische sleutel zich nog in de auto bevindt. De sleutel
wordt echter
mogelijk niet juist gesignaleerd waardoor het portier wellicht wordt
vergrendeld.
Achterportieren
1. Zet de vergrendelknop aan de binnenzijde in de vergrendelde stand.
2. Sluit het portier.
Het portier kan niet worden vergrendeld als het contact in de stand ACC of
AAN
staat of als de elektronische sleutel zich nog in de auto bevindt. De sleutel
wordt echter
mogelijk niet juist gesignaleerd waardoor het portier wellicht wordt
vergrendeld.
LESEN SIE MEHR:
De portieren kunnen worden vergrendeld en ontgrendeld met de instapfunctie,
de afstandsbediening of de schakelaars van de centrale vergrendeling.
Instapfunctie (indien aanwezig)
Het portier kan niet vanaf de binnenzijde
van de auto worden geopend
wanneer het kinderslot is geactiveerd.
Ontgrendelen
Vergrendelen
Hierdoor wordt voorkomen dat kinderen
per ongeluk de achterportieren
openen. Druk de schakelaars op beide
achterportieren naar beneden om de
kindersloten te activeren.
Overgang naar de STOP-stand
Het verklikkerlampje "ECO" op het
instrumentenpaneel gaat branden en de
motor wordt in de STOP-stand gezet:
auto met een handgeschakelde
versnellingsbak: als u bij een snelheid
lager dan 20 km/h (of bij stilstaande
auto in het geval van een auto met een
e-THP 165-motor) de versnellingshendel
in de neutraalstand zet en het
koppelingspedaal loslaat,
auto met een automatische transmissie:
als u bij stilstaande auto het rempedaal
intrapt of de selectiehendel in de stand N
zet.