Parkeer de auto in een vrij toegankelijke en
geventileerde ruimte, bij voorkeur op een
vlakke ondergrond.
Trek de parkeerrem aan.
Zet de versnellingshendel in de
neutraalstand (stand N van de
automatische transmissie).
Als de auto is voorzien van een
inbraakalarm, laat de motorkap dan open
om te voorkomen dat het alarm afgaat.
Laat als u de auto op een beveiligde plaats
hebt geparkeerd minimaal één ruit iets
open. Zo niet, vergrendel dan alle portieren
en de achterklep/het kofferdeksel.
Als uw auto is voorzien van een
elektrisch bedienbare achterklep, kan
deze niet geopend worden als de accu is
losgekoppeld.
Zet het contact uit en haal de sleutel uit het
contactslot.
Houd bij een auto met het Keyless entry
and start-systeem de afstandsbediening op
minimaal ongeveer 3 meter van de auto.
Wacht ongeveer 4 minuten (of 12 minuten
bij een auto met een automatische
transmissie) alvorens de accu los te
koppelen.
Druk op de toets CRUISE / op het
stuurwiel om het systeem in te schakelen. Het controlelampje CRUISE
gaat branden.
Accelereer naar de gewenste snelheid, die hoger moet zijn dan
ongeveer 30 km/h.