Touchscreen
Dit systeem heeft de volgende functies:
- toegang tot de configuratiemenu's van de
functies en de systemen van de auto,
- toegang tot de menu's voor de instellingen
van het audiosysteem en de weergave,
- bediening van het audiosysteem, de
telefoon en weergave van de bijbehorende
informatie,
- weergave van de buitentemperatuur
(er wordt een blauwe sneeuwvlok
weergegeven bij kans op bevriezing/ijzel),
- grafische weergave van de parkeerhulp,
- bediening van het navigatiesysteem en
de internetdiensten en weergave van de
bijbehorende informatie.
Uit veiligheidsoverwegingen moet
de bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen altijd bij stilstaande
auto uitvoeren.
Bepaalde functies zijn niet beschikbaar
als de auto rijdt.
LESEN SIE MEHR:
Druk op de toets "MENU" om het
algemene menu weer te geven:
"Multimedia",
"Telefoon",
"Bluetooth-verbinding".
"Persoonlijke instellingen - Configuratie".
Druk op de toets "" of ""
om het
gewenste menu te selecteren en bevestig
door op de toets "OK" te drukken.
Adviezen
Het scherm moet voelbaar worden aangeraakt,
met name bij bewegingen (door lijsten
bladeren, over de kaart scrollen enz.). Lichtjes
aanraken is niet voldoende.
Bij een te lage bandenspanning
brandt dit
verklikkerlampje in combinatie met een
geluidssignaal en, afhankelijk van de uitrusting,
in combinatie met de weergave van een melding.
Als er een afwijking in de bandenspanning van
één band wordt geconstateerd, kan deze band
worden herkend aan het pictogram of, afhankelijk
van de uitvoering, de weergegeven melding.
Verlaag onmiddellijk de snelheid, maak
geen bruuske stuurbewegingen en rem niet
plotseling hard af.
Zet uw auto stil zodra de verkeerssituatie dit
toelaat.
Controleer de spanning van de vier
banden (bij koude banden) als u over een
compressor beschikt, bijvoorbeeld die van
de bandenreparatieset.