WAARSCHUWING
Draag tijdens het rijden altijd
geschikte schoenen.
Ongeschikte schoenen
(hoge hakken, skischoenen, enz.) kunnen het bedienen van het rempedaal, het gaspedaal en het koppelingspedaal (indien van toepassing) bemoeilijken.
Houd het gaspedaal niet ingedrukt wanneer u de auto start. De auto kan in beweging komen en een ongeluk veroorzaken.
Wacht tot het toerental van de motor normaal is. Als het toerental te hoog is, kan het voertuig plotseling bewegen als het rempedaal wordt losgelaten.
Zet om de auto te starten de selectiehendel
in de stand N.
Houd het rempedaal ingetrapt.
Start de motor.
Als de motor niet aanslaat:
Als de N knippert op het
instrumentenpaneel, zet dan de
selectiehendel in de stand A en
vervolgens in de stand N.
Als de melding "Trap het rempedaal
in" verschijnt, trap het rempedaal dan
steviger in.
Selecteer een modus (stand M of A) of de
achteruitversnelling (stand R).
Zet de parkeerrem vrij als deze niet
automatisch wordt bediend.
Neem uw voet van het rempedaal en geef
gas.