Telefoonmodus
Bellen met behulp van de stuurwieltoetsen

❈ De functies in het voertuig wijken mogelijk af van deze op de
afbeelding.
- Onderbreekt de werking van de microfoon tijdens een gesprek.
- Druk op de toets om de audiobron te wijzigen (Zonder RDS) FM
AM CD USB (iPod®) AUX My Music (mijn muziek) BT Audio (Met RDS)
FM1 FM2 FMA AM AMA CD USB (iPod®) AUX My Music (mijn muziek) BT Audio.
- Verhogen of verlagen van het geluidsvolume.
- Gesprekken voeren en doorverbinden.
- Gespreksgeschiedenis controleren en iemand bellen Druk
kort op de
toets op de bedieningsorganen
van het stuurwiel. De gespreksgeschiedenis wordt weergegeven op
het scherm. Druk nogmaals op de
toets om het geselecteerde nummer te bellen.
- Opnieuw bellen van het meest recent gebelde nummer Houd de
toets op de bedieningsorganen van het
stuurwiel ingedrukt. Het meest recent gebelde nummer wordt opnieuw
gekozen.
- Gesprek beëindigen of functies uitschakelen.
- Activeren van de spraakherkenning.
MENU: Telefoon (Type A )

Druk op de toets
om de drie menu's weer
te geven: Call History (Gespreksgeschiedenis), Phone Book (Telefoonboek),
Phone Setup (Telefooninstellingen).
History (Geschiedenis): 1 toets
De gespreksgeschiedenis wordt weergegeven en kan worden gebruikt om een
nummer te selecteren dat vervolgens gebeld kan worden Als er geen
gespreksgeschiedenis aanwezig is, verschijnt er een scherm waarin gevraagd
wordt of er een gespreksgeschiedenis moet worden gedownload (De
downloadfunctie wordt op sommige mobiele telefoons mogelijk niet
ondersteund.)
P.Book (Telefoonboek): 2 toets
Het telefoonboek wordt weergegeven en kan worden gebruikt om een nummer
te selecteren dat vervolgens gebeld kan worden Als er bij één contact
meerdere nummers zijn opgeslagen, worden op een scherm het mobiele nummer,
het privénummer en het zakelijke nummer weergegeven. Selecteer het nummer
dat u wilt bellen Als er geen telefoonboek aanwezig is, verschijnt er een
scherm waarin gevraagd wordt of er een telefoonboek moet worden
gedownload. (De downloadfunctie wordt op sommige mobiele telefoons
mogelijk niet ondersteund.)
Setup (instellen): 3 toets
Het scherm voor de instellingen van de mobiele telefoon met Bluetooth®
Draadloze Technologie wordt weergegeven.
Zie voor meer informatie "Phone Setup" (Instellingen
telefoon).
MENU: Telefoon (Type A )

Druk op de
toets om drie menu's weer te
geven: Call History (gespreksgeschiedenis), Contacts (contacten), Phone
Setup (telefooninstellingen).
History (Geschiedenis): 1 toets
De gespreksgeschiedenis wordt weergegeven en kan worden gebruikt om een
nummer te selecteren dat vervolgens gebeld kan worden Als er geen
gespreksgeschiedenis aanwezig is, verschijnt er een scherm waarin gevraagd
wordt of er een gespreksgeschiedenis moet worden gedownload (De
downloadfunctie wordt op sommige mobiele telefoons mogelijk niet
ondersteund.)
Contacts (Contacten): 2 toets
De contacten worden weergegeven en kunnen worden gebruikt om een nummer
te selecteren dat vervolgens gebeld kan worden Als er bij een contact
meerdere nummers zijn opgeslagen, worden op een scherm het mobiele nummer,
het privénummer en het zakelijke nummer weergegeven. Selecteer het nummer
dat u wilt bellen Als er geen contacten aanwezig zijn, verschijnt er een
scherm waarin gevraagd wordt of er contacten moeten worden gedownload. (De
downloadfunctie wordt op sommige mobiele telefoons mogelijk niet
ondersteund.)
Setup (instellen): 3 toets
Het scherm voor de instellingen van de mobiele telefoon met Bluetooth®
Draadloze Technologie wordt weergegeven Zie voor meer informatie
LESEN SIE MEHR:
Met de toets Mediamodus
Druk op de toets om te wisselen tussen de
modi in de volgorde: cd USB (iPod®) AUX My Music (mijn muziek)* BT audio*
De map /bestandsnaam wordt weergegeven op het scherm.
De spraakherkenning gebruiken
Om spraakcommando's te starten, drukt u kort op de toets
op de bedieningsorganen van het
stuurwiel.
Als de [Normal Mode] (normale modus) voor de spraakcommando's
is ingeschakeld, zegt het systeem "Geef een commando. Ding".
Als de [Expert Mode] (expertmodus) voor de spraakcommando's is
ingeschakeld, zegt het systeem alleen "Ding "
Spraakcommando instellen [Normal Mode] (normale modus)/[Expert
Mode] (expertmodus): Druk op de toets
Selecteer [System] (Systeem)
Selecteer [VRS Mode] (VRS modus)
Stel [Normal Mode] (normale modus)/
[Expert Mode] (expertmodus) in
Zeg het spraakcommando.
WAARSCHUWING
Zorg er voordat u wegrijdt voor dat de band de voorgeschreven
bandenspanning heeft. Controleer voortdurend de bandenspanning tot de
band is vervangen.
Stop uw auto nadat u ongeveer 10 km hebt gereden. Controleer en
corrigeer zo nodig de spanning van de beschadigde band.
Bevestig de set met afdichtmiddel voor banden en controleer de
bandenspanning op drukmeter D.
Wanneer de bandenspanning hoger is dan de aanbevolen bandenspanning,
breng de band dan op de aanbevolen spanning.
Volg de oppompprocedure opnieuw om de band op te pompen.
Controleer de bandenspanning opnieuw met behulp van de drukmeter D.
Is de bandenspanning te hoog, laat de spanning dan afnemen met behulp
van de drukregelklep B.
Is de bandenspanning lager dan de aanbevolen bandenspanning, herhaal
dan de stappen 13 tot 16 en de stappen 1 tot 5 (Bandenspanning
controleren).
Wanneer u de band hebt opgepompt tot de juiste bandenspanning, zet u
de schakelaar F van de compressor in de stand 0, verwijdert u de stekker
E uit het extra elektrisch aansluitpunt, schroeft u de fles met
afdichtmiddel los, bevestigt u het klephoedje en plaatst u beschermdop A
terug.
Rijd naar de dichtstbijzijnde bandenspecialist om de beschadigde
band te vervangen. Vertel de bandenspecialist dat de band afdichtmiddel
bevat, voordat de band van het wiel wordt afgenomen. Vervang de fles
afdichtmiddel zo snel mogelijk na gebruik.
N.B.: De set met
afdichtmiddel voor banden dient alleen voor noodreparaties.
Voorschriften over bandreparatie na gebruik van de set met afdichtmiddel
voor banden kunnen per land verschillen. Raadpleeg een bandenspecialist
voor advies.