SYNC gebruiken met Media Player
U kunt toegang krijgen tot en muziek afspelen vanaf de mediaspeler
via het luidsprekersysteem van de auto met behulp van het mediamenu
van het systeem of met spraakgestuurde commando's. U kunt uw muziek
ook sorteren en afspelen op specifieke categorieën, zoals op artiest
of albums.
SYNC ondersteunt bijna elke mediaspeler, inclusief: iPod, Zune,
afspelen vanaf apparaatspelers en de meeste USB-apparaten. SYNC
ondersteunt ook audioformaten, bijvoorbeeld MP3, WMA, WAV en ACC.
Controleer of het USB-apparaat correct is geformatteerd en aan de
volgende specificaties voldoet:
- USB 2.0.
- Bestandsformaat moet FAT16/32 zijn.
N.B.: NTFS-bestandsformaat wordt niet ondersteund.De audiobestanden op het USB-apparaat moeten als volgt zijn
geformatteerd:
- MP3.
- Niet met DRM beveiligde WMA.
- WAV.
- AAC.
LESEN SIE MEHR:
Voor het inschakelen van mobiele apps vraagt SYNC u om ermee in te
stemmen om informatie voor toestemming en updates van apps te sturen en
te ontvangen, via het gegevensplan dat is gekoppeld aan het verbonden
apparaat.
N.B.: Als uw
mediaspeler een aan/uit-schakelaar heeft, moet u het apparaat
aanzetten.
Verbinden met behulp van spraakcommando's
Sluit het apparaat op de USB-poort van de auto aan.
Druk op de spraaktoets en zeg desgevraagd:
Spraakcommando
Omschrijving en actie
(USB | iPod | MP3 [speler]
U kunt nu muziek
afspelen door een van de betreffende spraakcommando's te
geven. Zie de spraakcommando's voor media.
Bij het sluiten Het systeem stopt wanneer het een obstakel detecteert.Er klinken drie
geluidssignalen en het systeem gaat terug naar de geopende positie. Wanneer
u het obstakel hebt verwijderd, kunt u de achterklep verder bedienen.
N.B.: Als u instapt terwijl de
achterklep wordt gesloten, kan uw auto wat schommelen en kan de detectie van
obstakels worden geactiveerd. Om dit te voorkomen moet u de elektrische
achterklep helemaal laten sluiten voordat u instapt. Voor u vertrekt,
controleert u of er op het instrumentenpaneel een bericht staat dat de
achterklep of een portier is geopend of de desbetreffende controlelamp
brandt. Als u dat niet doet, kan de achterklep per ongeluk geopend blijven
tijdens het rijden.