Stuurwielverwarming
Schakelt de stuurwielverwarming in/uit
Wanneer de stuurwielverwarming in
werking is, gaat het controlelampje
branden.

- De stuurwielverwarming kan worden gebruikt wanneer het contact AAN
staat.
- De stuurwielverwarming wordt na ongeveer 30 minuten automatisch
uitgeschakeld.
LESEN SIE MEHR:
De zijkanten van het stuurwiel en de stoelen worden verwarmd door
respectievelijk
de stuurwielverwarming en de stoelverwarming. De stoelventilatoren
zorgen voor een goede ventilatie door lucht door de stoelen te blazen.
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig wanneer iemand uit onderstaande categorieën in
contact komt
met het stuurwiel en de stoelen wanneer de stuurwiel- en
stoelverwarming zijn ingeschakeld:
Baby's, kleine kinderen, oudere personen, zieken en
gehandicapten
Personen met een gevoelige huid
Personen die oververmoeid zijn
Personen die alcohol hebben gedronken of personen die
rustgevende medicijnen
(slaapmiddel, middel tegen verkoudheid, enz.) hebben gebruikt
Neem, om de kans op brandwonden of oververhitting te beperken,
de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
Bedek de stoel niet met een kleed of kussen als de
stoelverwarming in gebruik is.
Gebruik de stoelverwarming niet langer dan noodzakelijk is.
Elke keer dat de schakelaar wordt
ingedrukt, wijzigt de intensiteit van de
stoelverwarming en gaan de controlelampjes
die aangeven welke stand is
ingeschakeld (oranje) als volgt branden:
hoog (3 segmenten branden) → midden
(2 segmenten branden) → laag (1
segment brandt) → uit
N.B.:
Als u geen
vergrendelsensor aanraakt, blijft uw auto ontgrendeld.
N.B.: Bij sommige
voertuigen zijn op de vier portieren vergrendelsensoren aangebracht.
N.B.: Pak tijdens het
vergrendelen van de auto nooit de portierhandgreep beet.
N.B.: Houd het oppervlak
van de portierhandgreep schoon om ervoor te zorgen dat het systeem goed
werkt.
Zorg dat uw passieve sleutel zich binnen 1 m van uw voertuig bevindt en
raak de vergrendelsensor op de buitenhandgreep van het portier ongeveer
een seconde aan om uw voertuig te vergrendelen. Wees voorzichtig dat u
tegelijk de ontgrendelsensor op de achterkant van de portierhandgreep
niet aanraakt, anders kan uw voertuig ontgrendeld blijven. Na het
vergrendelen kunt u onmiddellijk aan de portierhandgreep trekken om te
verifiëren of het portier is vergrendeld en uw voertuig niet per ongeluk
is ontgrendeld.