Stoelkoeling
De stoelkoeling werkt alleen als de motor draait.

Druk op het symbool van de stoelkoeling op het aanraakscherm om
door de verschillende instellingen voor koelen te navigeren of
om deze uit te zetten. Koudere instellingen worden aangeduid met
meer indicatielampjes.
N.B.:
Na 60 minuten
wordt de stoelkoeling uitgeschakeld. Druk op het symbool van de
stoelkoeling om de stoelkoeling in te schakelen.
LESEN SIE MEHR:
WAARSCHUWING
Mensen die geen pijn op hun huid kunnen voelen als gevolg van
hoge leeftijd, chronische ziekte, diabetes, ruggengraatletsel,
medicatie, alcoholgebruik, uitputting of andere fysieke
omstandigheden moeten voorzichtig omgaan met de stoelverwarming.
De stoelverwarming kan zelfs bij lage temperatuur brandwonden
veroorzaken, met name indien ze gedurende langere tijd gebruikt
wordt. Plaats niets op de stoel dat mogelijk warmte-isolerend
is, zoals een deken of een kussen. Hierdoor kan de
stoelverwarming oververhit raken. Steek geen spelden, naalden of
andere puntige voorwerpen door de stoelbekleding. Dit beschadigt
het verwarmingselement, waardoor de stoelverwarming oververhit
kan raken. Een oververhitte stoel kan ernstig persoonlijk letsel
veroorzaken.
Wanneer de auto stilstaat en u bij draaiende of
afgezette motor de parkeerrem wilt aantrekken,
trekt u aan de hendel A.
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
het branden van het
verklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A,