Starten - afzetten van de motor
Handgeschakelde versnellingsbak: zet de versnellingshendel in de
neutraalstand.
Elektronisch gestuurde versnellingsbak: zet de selectiehendel in de stand N.
Automatische transmissie: zet de selectiehendel in de stand P of N.
Starten met de
elektronische sleutel

Starten met het keyless
entry and start-systeem

Als aan een van de voorwaarden voor het starten
niet wordt voldaan, wordt ter herinnering een
melding op het display van het instrumentenpaneel
weergegeven. In sommige gevallen moet het
stuurwiel heen en weer worden bewogen terwijl
de knop "START/STOP" wordt ingedrukt om het
stuurslot te ontgrendelen; u wordt hiervan via een
melding op de hoogte gebracht.De elektronische sleutel van het
Keyless entry and start-systeem moet
zich binnen de detectiezone bevinden.
Verlaat om veiligheidsredenen deze
zone niet terwijl de motor nog draait.
Bij temperaturen onder
0 graden wordt bij auto's met
een dieselmotor de motor pas
na het doven van het verklikkerlampje
"Voorgloeien" gestart.
Als dit lampje gaat branden nadat u
op START/STOP-knop hebt gedrukt,
moet u het rem- of koppelingspedaal
ingetrapt houden tot dit lampje uitgaat
en niet opnieuw op de "START/
STOP-knop drukken, tot de motor is
aangeslagen.
Afzetten met de
elektronische sleutel
Als u de elektronische sleutel vergeetAls u de
elektronische sleutel in de lezer laat zitten,
wordt u bij het openen van het bestuurdersportier
gewaarschuwd door een melding.
Afzetten met het keyless
entry and start - systeem
LESEN SIE MEHR:
Houd u altijd aan de verkeersregels en let onder alle omstandigheden goed op.
Richt uw aandacht op het verkeer en houd uw handen op het stuurwiel, zodat u
snel kunt reageren
op onverwachte situaties.
Druk, met de elektronische sleutel van het
keyless entry and start-systeem in de lezer of
in het interieur van de auto, zonder een pedaal
in te trappen op de "START/STOP"-knop om
het contact aan te zetten.
Druk op de "START/STOP"-knop:
de verlichting en lampjes van het
instrumentenpaneel gaan branden
zonder dat de motor wordt gestart.
Druk nogmaals op de knop om
het contact af te zetten en de
auto te kunnen vergrendelen.
Als het contact is aangezet, gaat
het systeem vanaf een bepaalde
laadtoestand van de accu automatisch
over op de eco-mode.
WAARSCHUWINGAfleiding tijdens het rijden kan leiden tot verlies van de controle over
de auto, aanrijdingen en letsel. We adviseren zeer voorzichtig te werk te
gaan bij het gebruik van apparatuur die uw aandacht van de weg kunnen
afleiden. Uw hoofdverantwoordelijkheid is de veilige bediening van uw auto.
We raden het gebruik van handheld-apparaten tijdens het rijden af en
adviseren waar mogelijk het gebruik van spraakgestuurde systemen. Zorg dat u
zich bewust bent van alle nationale wetten met betrekking tot het gebruik
van elektronische apparaten tijdens het rijden.
N.B.: Afhankelijk van het model
en optiepakket van uw auto, kan uw systeem er anders uitzien dan hier is
afgebeeld.
CD:
Druk op deze knop om een cd te beluisteren. Druk op de functietoetsen om
door de menukeuzes te bladeren.
GELUID:
Druk hierop voor toegang tot instellingen voor Treble, Midrange, Bass,
Fade of Balance. Gebruik de pijltjestoetsen omhoog en omlaag om de
diverse instellingen te kiezen. Wanneer u een keuze maakt, drukt u op de
pijltjestoetsen links en rechts om de instellingen aan te passen. Druk
op OK om in te stellen of druk op MENU om af te sluiten.
Geluidsinstellingen kunnen voor elke audiobron afzonderlijk worden
ingesteld.
Display:
toont de status van de momenteel geselecteerde modus.
Numeriek
toetsenbord: In de radiomodus kunt u hiermee uw favoriete
radiozenders opslaan en terugroepen. Om een radiozender op te slaan,
stemt u af op de zender. Druk vervolgens op een van de nummertoetsen en
blijf deze indrukken totdat er weer geluid klinkt. In Mediamodus
selecteert u hiermee een nummer. In telefoonmodus voert u hiermee een
telefoonnummer in.
Functietoetsen:
Selecteer verschillende functies van het audiosysteem, afhankelijk van
de modus die u gebruikt (bijvoorbeeld Radiomodus of Mediamodus).
TUNE:
Stel deze toets af om handmatig door de radiofrequentieband te zoeken.
Uitwerpen:
Druk hierop om een cd uit te werpen.
Zoeken,
snel vooruit en achteruit: In de radiomodus selecteert u een
frequentieband en drukt u op deze toets. Het systeem stopt bij het
eerste radiostation dat wordt gevonden in die richting. In Mediamodus
drukt u hierop om het vorige of volgende nummer te selecteren. Houd
ingedrukt om het huidige nummer snel vooruit of achteruit te spoelen.
Einde
telefoongesprek: Druk hierop om een telefoonoproep te beëindigen.
OK
en pijltjestoetsen: Druk op OK om menukeuzes te bevestigen.
Druk hierop om door de menukeuzes te bladeren.
Cd-sleuf:
Plaats een cd.
Oproep
beantwoorden: Druk hierop om een inkomend gesprek te beantwoorden of
om iemand te bellen.
Afspelen/pauzeren:
Druk hierop in om de zender te dempen. In mediamodus draait u hieraan om
een nieuw nummer te selecteren. Druk de toets in om een nummer af te
spelen of te onderbreken.
VOL
en aan/uit: Druk hierop om het systeem in en uit te schakelen. Draai
hieraan om het volume aan te passen.
MENU:
Druk hierop voor toegang tot verschillende audiosysteemfuncties.
Raadpleeg Menustructuur verderop in dit deel.
PHONE:
Druk op deze toets voor toegang tot de telefoonfuncties van het
SYNC-systeem. Zie uw SYNC-informatie.
MEDIA:
Druk hierop om het menu voor de mediabron te openen. U kunt hier
herhaaldelijk op drukken om een cd of een SYNC-media-apparaat te
selecteren of u kunt met de pijltjestoetsen door de mediabronnen
bladeren. Druk op OK om een bron te selecteren.
KLOK:
Als de telefoonmodus niet is ingeschakeld, drukt u hierop om de klok
weer te geven.
RADIO:
Druk herhaaldelijk hierop om een radiofrequentieband te selecteren. Houd
de toets ingedrukt om de functie voor automatisch opslaan te selecteren.
Druk erop om terug te keren naar het hoofdscherm van de huidige
radiofrequentieband.
TA:
Druk hierop om de verkeersberichten in of uit te schakelen en eventuele
actieve berichten te annuleren.