Werking
WAARSCHUWING
Wanneer u een heuvel afrijdt, kan uw rijsnelheid hoger worden dan de ingestelde snelheid. Het systeem bedient de remmen niet, maar er wordt een waarschuwing weergegeven. Wanneer deze waarschuwing niet wordt opgevolgd, kan dit ernstige of dodelijke verwondingen tot gevolg hebben.Via het systeem kan een snelheid worden ingesteld waar de auto vervolgens op wordt begrensd. De ingestelde snelheid wordt de effectieve maximumsnelheid van uw auto, echter met de optie deze snelheid indien nodig tijdelijk te overschrijden.
Gebruik van het systeem
N.B.: De ingestelde snelheidslimiet kan gedurende een korte periode doelbewust worden overschreven (bijvoorbeeld tijdens inhalen).Het systeem wordt bediend met de toetsen op het stuurwiel.
Het systeem in- en uitschakelen
Druk op LIM om de begrenzer stand-by te zetten. Het informatiedisplay vraagt u een snelheid in te stellen. Druk nogmaals op LIM om het systeem uit te schakelen.Snelheidslimiet instellen
Trap het gaspedaal hard in om het systeem tijdelijk uit te schakelen. Het systeem wordt opnieuw geactiveerd zodra de rijsnelheid onder de ingestelde snelheid daalt.
SysteemwaarschuwingenAls u de ingestelde snelheid per ongeluk overschrijdt, knippert de controlelamp voor de ingestelde snelheid in het informatiedisplay en klinkt er een geluidssignaal ter waarschuwing.
Als u de ingestelde snelheid doelbewust overschrijdt, knippert alleen de controlelamp ingestelde snelheid op het informatiedisplay.