Instructieboekje, auto handleidingen

Snelheidsbegrenzer

De snelheidsbegrenzer voorkomt dat de wagensnelheid de door de bestuurder ingestelde maximumsnelheid overschrijdt.

Als de ingestelde maximumsnelheid is bereikt, heeft het dieper intrappen van het gaspedaal geen effect. Alleen door het gaspedaal tot voorbij het zware punt in te trappen, kan de ingestelde snelheid tijdelijk worden overschreden.

Als het gaspedaal vervolgens geleidelijk weer wordt losgelaten en de wagensnelheid onder de ingestelde maximumsnelheid komt, wordt de snelheidsbegrenzer weer geactiveerd.

Het inschakelen van de snelheidsbegrenzer geschiedt handmatig: de ingestelde snelheid dient minimaal 30 km/h te bedragen.

Het uitschakelen van de snelheidsbegrenzer geschiedt eveneens handmatig met de hendel.

De ingestelde maximumsnelheid blijft na het afzetten van het contact opgeslagen in het geheugen.

Bij het gebruik van de snelheidsbegrenzer moet de bestuurder te allen tijde de snelheidslimiet in acht nemen, zijn aandacht op het verkeer blijven vestigen en zijn verantwoordelijkheid nemen.

LESEN SIE MEHR:

 Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Storing

Als het verklikkerlampje "te lage bandenspanning" knippert en vervolgens permanent brandt in combinatie met het verklikkerlampje "service", duidt dit op een storing in het systeem. In dat geval wordt de bandenspanning niet meer gecontroleerd.

 Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Bediening op het stuurwiel

Toets voor het selecteren van de "Head-up display". Toets voor het verlagen van de ingestelde snelheid Toets voor het verhogen van de ingestelde snelheid Toets voor het onderbreken/hervatten van de snelheidsbegrenzing (Pause) Toets voor het uitschakelen van de snelheidsbegrenzer

 Citroen DS5 - Instructieboekje (2011-2018) > Ontwasemen - Ontdooien vóór

Automatisch programma "Zicht" Selecteer dit programma om de voorruit en de zijruiten snel te ontwasemen of te ontdooien. Het systeem werkt volledig automatisch en regelt de luchttemperatuur, de aanjagersnelheid en de luchttoevoer; het stelt de luchtverdeling zodanig in dat de voorruit en de zijruiten zo snel mogelijk schoon worden. Druk nogmaals op de toets "Zicht" of op "AUTO" om deze functie uit te schakelen; het controlelampje in de toets gaat uit en dat van de toets "AUTO" gaat branden.