Slepen
LESEN SIE MEHR:
Stop na ongeveer 7~10 km (of ongeveer 10 minuten) gereden te
hebben op een geschikte plaats.
Sluit de vulslang (3) van de compressor rechtstreeks aan (aan
de zijde van de bevestigingsklem) en sluit de vulslang (3)
(overliggende zijde) daarna aan op het ventiel van de band.
Sluit de compressor met behulp van de kabel en stekkers aan op
de accessoireaansluiting van de auto.
Stel de bandenspanning in op 200 kPa. Schakel het contact in en
ga dan als volgt te werk.
Laat de auto bij voorkeur wegslepen door een officiële Kia dealer of een
erkend bergingsbedrijf. Om schade aan uw auto te voorkomen, moeten de
juiste procedures voor slepen worden gevolgd Wij bevelen het gebruik van
dollies (1) of een autoambulance aan De auto mag gesleept worden met de
achterwielen op de grond (zonder dollies) en de voorwielen van de grond
Als een van de aangedreven wielen of de wielophanging beschadigd is of als
de auto wordt gesleept met de voorwielen op de grond, plaats dan een dolly
onder de voorwielen Als er geen dollies worden gebruikt, moet de auto
worden gesleept met de voorwielen van de grond.
WAARSCHUWINGLaat de motor niet stationair draaien of parkeer de auto niet op droge
bladeren, droog gras of ander brandbaar materiaal. Het regeneratieproces
werkt met bijzonder hoge uitlaatgastemperaturen en na het afzetten van de
motor en tijdens en na regeneratie blijft de uitlaat een aanzienlijke
hoeveelheid hitte uitstralen. Dit kan brandgevaar opleveren.
De normale bedrijfstemperatuur van het uitlaatsysteem is bijzonder hoog.
Voer nooit werkzaamheden uit in de buurt van het uitlaatsysteem en probeer
geen delen van het uitlaatsysteem te repareren voordat het uitlaatsysteem is
afgekoeld. Wees bijzonder voorzichtig wanneer u werkzaamheden uitvoert in de
buurt van de dieseloxidatiekatalysator of het roetfilter. Zelfs wanneer de
motor nog maar kort in bedrijf is geweest, worden de
dieseloxidatiekatalysator en het roetfilter al extreem heet. Ze blijven heet
nadat u de motor uitschakelt.