Ruitenwisserbladen vervangen
De ruitenwisserarmen kunnen handmatig worden bewogen bij uitgeschakeld
contact. Zo kunnen de bladen eenvoudig worden vervangen en kan eenvoudig
onder de bladen worden gereinigd.
Vervang ruitenwisserbladen minimaal eenmaal per jaar voor optimale
prestaties.
Een slechte wiskwaliteit kan worden verbeterd door de ruitenwisserbladen
en de voorruit te reinigen.
Ruitenwisserbladen vooraan vervangen
- Beweeg het ruitenwisserblad en de ruitenwisserarm weg van de ruit.

- Druk de vergrendelknoppen samen.
- Draai en verwijder het ruitenwisserblad.
- Breng de eerder verwijderde onderdelen in omgekeerde volgorde aan.
N.B.: Zorg ervoor dat het
ruitenwisserblad goed op zijn plaats komt te zitten. Laat
ruitenwisserblad en de ruitenwisserarm op de voorruit zakken. De
ruitenwisserarmen keren automatisch terug naar de normale stand nadat
het contact is ingeschakeld.De ruitenwisserbladen voor de achterruit vervangen
5-deurs
- Beweeg het ruitenwisserblad en de ruitenwisserarm weg van de ruit.

- Druk de vergrendelknoppen samen.
- Draai en verwijder het ruitenwisserblad.
- Breng de eerder verwijderde onderdelen in omgekeerde volgorde aan.
N.B.: Zorg ervoor dat het
ruitenwisserblad goed op zijn plaats komt te zitten. Laat
ruitenwisserblad en de ruitenwisserarm op de voorruit zakken. De
ruitenwisserarmen keren automatisch terug naar de normale stand nadat
het contact is ingeschakeld.Stationwagon
- Til de ruitenwisserarm op.

- Verwijder het wisserblad.
- Ga in omgekeerde volgorde te werk om nieuwe ruitenwisserbladen aan
te brengen.
N.B.: Zorg ervoor dat het
ruitenwisserblad goed op zijn plaats komt te zitten. Laat
ruitenwisserblad en de ruitenwisserarm op de voorruit zakken.
LESEN SIE MEHR:
WAARSCHUWINGSchakel alle verlichting en het contact uit. Als u deze waarschuwing
negeert, kan dat ernstig letsel tot gevolg hebben.Lampen worden heet tijdens gebruik. Laat ze afkoelen voordat u ze
verwijdert.
Gebruik gloeilampen met de juiste specificaties.
Probeer het rijden over overstroomde wegen zo
veel mogelijk te vermijden, want het water kan
de motor, versnellingsbak en het elektrische
systeem van uw auto ernstig beschadigen.
Bent u genoodzaakt over een overstroomd weggedeelte te rijden, doe dan het
volgende:
kijk of het water niet meer dan 15 cm
diep is, houd daarbij rekening met golven
die door andere weggebruikers kunnen
worden veroorzaakt,
schakel het Stop & Start-systeem uit,
rijd zo langzaam mogelijk zonder de motor
te laten afslaan. Rijd in elk geval niet
sneller dan 10 km/h,
zet de auto niet stil en zet de motor niet af.