Rijden onder gevaarlijke omstandigheden
Neem de volgende raadgevingen in acht als ten gevolge van zware regenval,
sneeuw, ijzel, modder of zand het rijden bemoeilijkt wordt:
- Rijd voorzichtig en bewaar extra afstand tot het overige
verkeer.
- Vermijd abrupt remmen of sturen.
- Rem 'pompend' als uw auto niet met ABS is uitgerust.
WAARSCHUWING ABS Rem niet 'pompend' als uw auto met ABS is uitgerust
- Probeer weg te rijden in de tweede versnelling als de auto vastzit in
sneeuw, modder of zand. Geef voorzichtig gas om te voorkomen dat de
wielen doorslippen.
- Gebruik zand, pekel, sneeuwkettingen of ander
anti slipmateriaal onder de aangedreven wielen als de auto vast is
komen zitten in ijs, sneeuw of modder.
WAARSCHUWING Terugschakelen Op een glad wegdek terugschakelen bij een automatische transmissie kan ongelukken veroorzaken. Door de plotselinge verandering in wielsnelheid kunnen de banden slippen. Wees voorzichtig met het terugschakelen op een glad wegdek.
LESEN SIE MEHR:
Draai eerst het stuurwiel een aantal keren naar rechts en naar links om de
voorwielen vrij te maken wanneer de auto vastzit in sneeuw, zand of modder
en de auto heen en weer moet worden geschommeld om hem los te trekken
Schakel vervolgens afwisselend de eerste versnelling en de
achteruitversnelling (bij een handgeschakelde transmissie) in of stand R
(achteruit) en één van de vooruitversnellingen (bij een automatische
transmissie of dual clutchtransmissie) Laat de motor niet met een te hoog
toerental draaien en laat de wielen niet te lang doorslippen. Als de auto
na enkele pogingen nog vastzit, moet u de auto los laten trekken om
oververhitting van de motor en beschadiging van de transmissie te voorkomen.
Controleer voor het bijvullen of de auto op een
vlakke en horizontale ondergrond staat.
Controleer 's winters of de
omgevingstemperatuur van de auto hoger
is dan -11ºC. Als het kouder is, bevriest het
AdBlue waardoor u het niet in het reservoir
kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een
warmere plaats staan en vul vervolgens het
reservoir bij.
Zet het contact af en verwijder de sleutel of
druk, als uw auto daarmee is uitgerust, op
de START/STOP-knop om de motor af te
zetten.
Til voor toegang tot het AdBlue-reservoir
de vloerbekleding van de bagageruimte op
en verwijder vervolgens het reservewiel of
de opbergbak (volgens uitvoering).
Draai de zwarte dop een kwart
omwenteling linksom zonder er druk op uit
te oefenen en trek hem omhoog om hem te
verwijderen.
Draai de blauwe dop een zesde
omwenteling linksom.
Trek de knop omhoog om hem te
verwijderen.
Pak een flacon AdBlue. Controleer de
houdbaarheidsdatum en lees vervolgens
aandachtig de gebruiksaanwijzing op het
etiket voordat u de inhoud van de flacon in
het AdBlue-reservoir van uw auto giet.
Belangrijk: als het AdBlue- reservoir
van uw auto helemaal leeg is -
dit wordt aangegeven door de
waarschuwingsmeldingen en u kunt in
dat geval de motor niet meer starten -
moet u het reservoir vullen met
minimaal 3,8 liter additief (twee flacons
van 1,89 liter).
Veeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten
met behulp van een vochtige doek
eventuele vloeistofsporen van de rand van
de vulopening van het reservoir.
Spoel gemorst additief onmiddellijk weg
met koud water of veeg het weg met
een vochtige doek.