Instructieboekje, auto handleidingen

Rijden onder gevaarlijke omstandigheden

Neem de volgende raadgevingen in acht als ten gevolge van zware regenval, sneeuw, ijzel, modder of zand het rijden bemoeilijkt wordt:

  • Rijd voorzichtig en bewaar extra afstand tot het overige verkeer.
  • Vermijd abrupt remmen of sturen.
  • Rem 'pompend' als uw auto niet met ABS is uitgerust.

WAARSCHUWING ABS Rem niet 'pompend' als uw auto met ABS is uitgerust

  • Probeer weg te rijden in de tweede versnelling als de auto vastzit in sneeuw, modder of zand. Geef voorzichtig gas om te voorkomen dat de wielen doorslippen.
  • Gebruik zand, pekel, sneeuwkettingen of ander anti slipmateriaal onder de aangedreven wielen als de auto vast is komen zitten in ijs, sneeuw of modder.

WAARSCHUWING  Terugschakelen Op een glad wegdek terugschakelen bij een automatische transmissie kan ongelukken veroorzaken. Door de plotselinge verandering in wielsnelheid kunnen de banden slippen. Wees voorzichtig met het terugschakelen op een glad wegdek.

    LESEN SIE MEHR:

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Rijden onder speciale rijomstandigheden

     KIA Optima (JF) - Instructieboekje (2015-2020) > Op eigen kracht lostrekken van de auto

    Draai eerst het stuurwiel een aantal keren naar rechts en naar links om de voorwielen vrij te maken wanneer de auto vastzit in sneeuw, zand of modder en de auto heen en weer moet worden geschommeld om hem los te trekken Schakel vervolgens afwisselend de eerste versnelling en de achteruitversnelling (bij een handgeschakelde transmissie) in of stand R (achteruit) en één van de vooruitversnellingen (bij een automatische transmissie of dual clutchtransmissie) Laat de motor niet met een te hoog toerental draaien en laat de wielen niet te lang doorslippen. Als de auto na enkele pogingen nog vastzit, moet u de auto los laten trekken om oververhitting van de motor en beschadiging van de transmissie te voorkomen.

     Peugeot 508 Eerste generatie - Instructieboekje (2011-2018) > Procedure voor bijvullen

    Controleer voor het bijvullen of de auto op een vlakke en horizontale ondergrond staat. Controleer 's winters of de omgevingstemperatuur van de auto hoger is dan -11ºC. Als het kouder is, bevriest het AdBlue waardoor u het niet in het reservoir kunt gieten. Laat uw auto enkele uren op een warmere plaats staan en vul vervolgens het reservoir bij. Zet het contact af en verwijder de sleutel of druk, als uw auto daarmee is uitgerust, op de START/STOP-knop om de motor af te zetten. Til voor toegang tot het AdBlue-reservoir de vloerbekleding van de bagageruimte op en verwijder vervolgens het reservewiel of de opbergbak (volgens uitvoering). Draai de zwarte dop een kwart omwenteling linksom zonder er druk op uit te oefenen en trek hem omhoog om hem te verwijderen. Draai de blauwe dop een zesde omwenteling linksom. Trek de knop omhoog om hem te verwijderen. Pak een flacon AdBlue. Controleer de houdbaarheidsdatum en lees vervolgens aandachtig de gebruiksaanwijzing op het etiket voordat u de inhoud van de flacon in het AdBlue-reservoir van uw auto giet. Belangrijk: als het AdBlue- reservoir van uw auto helemaal leeg is - dit wordt aangegeven door de waarschuwingsmeldingen en u kunt in dat geval de motor niet meer starten - moet u het reservoir vullen met minimaal 3,8 liter additief (twee flacons van 1,89 liter). Veeg nadat u de flacon leeg hebt gegoten met behulp van een vochtige doek eventuele vloeistofsporen van de rand van de vulopening van het reservoir. Spoel gemorst additief onmiddellijk weg met koud water of veeg het weg met een vochtige doek.