Regeling voor bergop rijden
WAARSCHUWING
Het systeem vervangt niet de parkeerrem. Bedien voor het verlaten van
de auto altijd de parkeerrem.Wanneer het systeem wordt ingeschakeld, moet u in uw auto blijven
zitten. U blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het besturen van
de auto, de bewaking van het systeem en ingrijpen indien nodig. Als u
niet voorzichtig bent, kan dit leiden tot verlies van controle over de
auto, ernstige of dodelijke verwondingen.
Het systeem wordt uitgeschakeld als er een defect is of als u het
toerental van de motor onnodig opdrijft.Het systeem maakt het eenvoudiger tegen een helling weg te rijden zonder
dat u de parkeerrem hoeft te gebruiken.
Wanneer het systeem actief is, blijft de auto nadat u het rempedaal hebt
losgelaten twee tot drie seconden op de helling stilstaan. Zo hebt u de
tijd om uw voet van het rempedaal naar het gaspedaal te verplaatsen. Het
systeem lost de remmen automatisch zodra de motor voldoende vermogen
heeft opgebouwd om weg te rijden. Zo wordt voorkomen dat de auto op een
helling kan terugrollen. Dit is een voordeel wanneer u op een helling
moet optrekken, bijvoorbeeld vanaf een oprit van een parkeerplaats, bij
verkeerslichten of tijdens achteruit inparkeren op een helling.
N.B.: Het systeem werkt
alleen als u de auto volledig tot stilstand brengt. Zet de
versnellingshendel in achteruit (R) wanneer de voorzijde omlaag is
gericht en in eerste versnelling (1) wanneer de voorzijde omhoog is
gericht.N.B.: Er is geen
waarschuwingslampje om aan te geven of het systeem aan of uit staat.
Hill Start Assist gebruiken
- Druk het rempedaal in om de auto volledig tot stilstand te brengen.
Houd het rempedaal ingedrukt.
- Als de sensoren detecteren dat de auto op een helling staat, wordt
het systeem automatisch ingeschakeld.
- Wanneer u uw voet van het rempedaal haalt, blijft de auto ongeveer
twee tot drie seconden op de helling staan zonder naar beneden te
rollen. Deze periode wordt automatisch verlengd als u bezig bent weg te
rijden.
- Rijd op de normale manier weg. Het systeem zet de remmen automatisch
vrij.
N.B.: Wanneer u de voet van
het rempedaal haalt en het pedaal opnieuw intrapt wanneer het systeem
actief is, kunt u het rempedaal veel minder ver intrappen. Dit is
normaal.Het systeem in- en uitschakelen
Auto's met handgeschakelde versnellingsbakU kunt deze functie in- of uitschakelen via het informatiedisplay.
Het systeem onthoudt de laatstgekozen instelling.
Auto's met automatische transmissie
Het systeem wordt ingeschakeld wanneer u het contact aanzet en u kunt
het systeem niet uitschakelen.
LESEN SIE MEHR:
WAARSCHUWING
Als de waarschuwingslamp van het remsysteem blijft branden of meer
dan vier seconden knippert nadat u de parkeerrem hebt vrijgezet, kan er
een probleem zijn met uw remsysteem. Laat uw auto zo snel mogelijk
controleren.
Werking
Het tractieregelsysteem helpt het doordraaien van aangedreven wielen
en verlies van tractie te voorkomen.
Indien uw auto begint te schuiven, laat het systeem de remmen van
individuele wielen aangrijpen en, indien nodig, vermindert het
tegelijkertijd het motorvermogen. Indien de wielen tijdens het
accelereren op gladde of losse ondergrond doordraaien, vermindert
het systeem het motorvermogen om de tractie te vergroten.
WAARSCHUWINGLaat de motor niet stationair draaien of parkeer de auto niet op droge
bladeren, droog gras of ander brandbaar materiaal. Het regeneratieproces
werkt met bijzonder hoge uitlaatgastemperaturen en na het afzetten van de
motor en tijdens en na regeneratie blijft de uitlaat een aanzienlijke
hoeveelheid hitte uitstralen. Dit kan brandgevaar opleveren.
De normale bedrijfstemperatuur van het uitlaatsysteem is bijzonder hoog.
Voer nooit werkzaamheden uit in de buurt van het uitlaatsysteem en probeer
geen delen van het uitlaatsysteem te repareren voordat het uitlaatsysteem is
afgekoeld. Wees bijzonder voorzichtig wanneer u werkzaamheden uitvoert in de
buurt van de dieseloxidatiekatalysator of het roetfilter. Zelfs wanneer de
motor nog maar kort in bedrijf is geweest, worden de
dieseloxidatiekatalysator en het roetfilter al extreem heet. Ze blijven heet
nadat u de motor uitschakelt.