Parkeerrem
Bedieningsinstructies
Trap, om de parkeerrem te activeren,
het parkeerrempedaal geheel in met
uw linkervoet terwijl u met uw rechtervoet
het rempedaal ingetrapt houdt.
(Door nogmaals op het pedaal te trappen,
wordt de parkeerrem gedeactiveerd.)

■ Parkeren van de auto
■Waarschuwingszoemer geactiveerde parkeerrem
■ Gebruik in de winter
OPMERKING ■ Voordat u gaat rijden
Deactiveer de parkeerrem.
Als u gaat rijden terwijl de parkeerrem is geactiveerd, kunnen de
onderdelen van het
remsysteem oververhit raken, waardoor de remprestaties in negatieve
zin kunnen
worden beïnvloed en de onderdelen van het remsysteem sneller
slijten. |
LESEN SIE MEHR:
Bedieningsinstructies
De hendel keert direct na bediening terug in zijn oorspronkelijke
positie.
Rechts afslaan.
Rijstrookwisseling naar rechts
(beweeg de hendel iets omhoog en
laat hem los).
Het ASC-systeem is een elektronisch geluidssysteem dat rijgeluid
voortbrengt
en hiermee de bewegingsomstandigheden van accelereren en decelereren
van de auto via luidsprekers achter het dashboard doorgeeft aan de
bestuurder. De reactie van de auto op het acceleratiegedrag en de
schakelbewegingen
van de bestuurder worden ook in geluid overgebracht. Wanneer
de sportmodus is geselecteerd, zal het geluid dat aan de bestuurder wordt
overgebracht harder zijn.
Overgang naar de STOP-stand
Het verklikkerlampje "ECO" op het
instrumentenpaneel gaat branden en de
motor wordt in de STOP-stand gezet:
auto met een handgeschakelde
versnellingsbak: als u bij een snelheid
lager dan 20 km/h (of bij stilstaande
auto in het geval van een auto met een
e-THP 165-motor) de versnellingshendel
in de neutraalstand zet en het
koppelingspedaal loslaat,
auto met een automatische transmissie:
als u bij stilstaande auto het rempedaal
intrapt of de selectiehendel in de stand N
zet.