Onze aanbeveling: Kinderen steeds achteraan
WAARSCHUWING Kinderen moeten steeds de aanwezige veiligheidsgordels dragen. Kinderen van alle leeftijden zijn veiliger als ze op de achterstoelen zitten. Gebruik nooit een kinderzitje waarbij het kind met het gezicht naar achteren gericht op de voorstoel zit, tenzij de airbag gedeactiveerd is.
Kinderen jonger dan 13 jaar moeten steeds op de achterstoelen zitten en de
aanwezige veiligheidsgordels dragen, om de kans op letsel te beperken bij
een aanrijding, bij plotseling remmen of bij een plots maneuver Volgens
ongevallenstatistieken zijn kinderen veiliger in een kinderzitje op de
achterstoel dan in een kinderzitje op de voorstoel. Kinderen die te groot
zijn voor een kinderzitje moeten de aanwezige veiligheidsgordels dragen
De meeste landen hebben voorschriften die vereisen dat kinderen in
goedgekeurde kinderzitjes zitten De voorschriften inzake leeftijd of
lengte en/of gewichtsbeperkingen waarbij veiligheidsgordels in plaats van
kinderzitjes kunnen worden gebruikt, verschillen van land tot land. Zorg
dus dat u op de hoogte bent van de specifieke vereisten in uw land en in
de landen waar u op vakantie bent Kinderzitjes moeten correct in de
autostoel worden geïnstalleerd. Gebruik steeds een in de winkel
verkrijgbaar kinderzitje dat voldoet aan de voorschriften van uw land.
Kinderzitjes (CRS)
Baby’s en jonge kinderen moeten plaatsnemen in een geschikt naar achteren
of naar voren gericht kinderzitje, dat eerst zorgvuldig werd bevestigd aan
de stoel van het voertuig. Lees de installatie en gebruiksaanwijzingen die
door de fabrikant van het kinderzitje ter beschikking zijn gesteld en leef ze
na.
WAARSCHUWING
- Volg steeds de installatie en
gebruiksaanwijzingen van de fabrikant van het kinderzitje.
- Maak uw kind steeds correct in het kinderzitje vast.
- Gebruik geen wieg of veiligheidsstoeltje voor kinderen dat over een rugleuning "haakt", omdat dit mogelijk niet de nodige bescherming biedt bij een ongeval.
- Laat na een ongeval het systeem nakijken door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële Kia dealer/servicepartner te bezoeken.
LESEN SIE MEHR:
Neem bij het kiezen van een kinderzitje altijd de volgende punten in acht:
Controleer of het kinderzitje is voorzien van een label waarop
staat dat het wettelijk goedgekeurd is Een kinderzitje mag alleen
worden gebruikt als het is goedgekeurd volgens de eisen van ECE R44 of
ECE R129.
Kies een kinderzitje op basis van de lengte en het gewicht van uw
kind Deze informatie vindt u meestal op het verplichte label of in de
gebruiksaanwijzing.
Kies een kinderzitje dat geschikt is voor de zitplaats waarop u het
gaat gebruiken Raadpleeg de installatietabellen op pagina's
en tot om te weten of een kinderzitje geschikt is voor een
bepaalde zitplaats.
Lees en volg de WAARSCHUWING en en installatie instructies die bij het
kinderzitje worden geleverd.
Open de motorkap.
Verwijder de afdekkap van de koplamp door de kap linksom te
draaien.
Neem de koplampstekker los.
Verwijder de fitting uit de koplampunit door deze linksom te
draaien tot de nokjes van de fitting in lijn liggen met de
uitsparingen van de koplampunit.
Plaats een nieuwe lampfitting in de koplamp door de nokjes op
de lampfitting in lijn te brengen met de uitsparingen in de koplamp.
Duw de fitting in de lichtunit en draai de fitting rechtsom.
Plaats de afdekkap van de koplamp door de kap rechtsom te
draaien