Motor starten
- Start de motor van de hulpauto en drijf het toerental wat op of trap het
gaspedaal zachtjes in om uw motortoerental tussen 2000 en 3000 omw/min. te
houden, zoals te zien op uw toerenteller.
- Start de motor van de stilgevallen auto.
- Zodra de stilgevallen auto is gestart, laat u beide motoren nog eens
drie minuten draaien voordat u de hulpstartkabels loskoppelt.
Verwijder de hulpstartkabels in omgekeerde volgorde van aansluiten.
N.B.: Schakel de koplampen
tijdens het loskoppelen van de hulpstartkabels niet in. Door de
spanningspiek kunnen de gloeilampen doorbranden.
LESEN SIE MEHR:
Auto
met lege accu.
Auto
met hulpaccu.
Positieve
hulpstartkabel.
Negatieve
hulpstartkabel.
Richtlijnen voor elektrische en hybride elektrische voertuigen van Ford
Motor Company uitgerust met hoogspanningsaccu's
(Eigenaar voertuig/bestuurder/grote publiek)Overwegingen voor elektrische
en hybride elektrische voertuigen
Zekering- of relaisnummer
Ampèrage
Beschermd onderdeel
1
-
Niet in gebruik.
2
7,5 A
Stoel met geheugen.
Onderrugsteun voor bestuurdersstoel. Elektrisch panoramisch
zonnescherm (alleen voor 5-deurs).
3
20 A
Bestuurdersportierontgrendeling. Tankklep ontgrendelen.
4
5 A
Niet in gebruik (reserve).
5
20 A
Niet in gebruik
(reserve).
6
10 A
Niet in gebruik (reserve).
7
10 A
Niet in gebruik (reserve).
8
10 A
Sirene alarminstallatie
9
10 A
Niet in gebruik (reserve).
10
5 A
Elektrische module kofferdeksel.
11
5 A
Combinatiemodule beveiliging.
12
7,5 A
Module integratie klimaatregeling
voor (klimaat- en radioregeling).
13
7,5 A
Stuurwielkolom.
Instrumentengroep. Diagnosestekker.
14
10 A
Elektronische regelmodule
HEV-accu. Gelijkstroom-omvormer.
15
10 A
Datalinkgateway.
16
15 A
Kinderslot. Ontgrendeling
kofferdeksel.
17
5 A
Sirene met afzonderlijke accu.
18
5 A
Contactslot. Drukknop
contactschakelaar.
19
7,5 A
Controlelamp deactivering
passagiersairbag.
20
7,5 A
Koplampregelmodule.
21
5 A
Interieurthermometer.
Luchtvochtigheidssensor.
22
5 A
Sirene voor voetgangers.
23
10 A
Vertraagde accessoirevoeding.
24
20 A
Vergrendelen-ontgrendelen.
25
30 A
Ruit bestuurdersportier. Spiegel
bestuurdersportier.
26
30 A
Ruit passagiersportier. Spiegel
passagiersportier.
27
30 A
Zonnedak.
28
20 A
Audioversterker.
29
30 A
Ruit achterportier
bestuurderszijde.
30
30 A
Ruit achterportier
passagierszijde.
31
15 A
Niet in gebruik (reserve).
32
10 A
Gps-module. Spraakbesturing
(SYNC). Informatie- en entertainmentdisplay.
Radiofrequentieontvanger.
33
20 A
Radio. Actieve volumeregeling.
34
30 A
Rijd/start-bus (zekering nr.19, 20,
21, 22, 35, 36, 37, stroomonderbreker).
35
5 A
Regelmoduul veiligheidssysteem
36
15 A
Automatisch dimmende
binnenspiegel. Module stoelverwarming achter.
Computergestuurde afdwaalmodule. Systeemmodule
rijstrookbewaking. Automatisch grootlicht.
37
15 A
Verwarmd stuurwiel.
38
30 A
Niet in gebruik (reserve).