Inschakelblokkering
WAARSCHUWING
Rijd niet met de auto voordat is gecontroleerd of de
remlichten werken.Wanneer u deze procedure uitvoert, moet u de transmissie uit
de parkeerstand (P) zetten, zodat uw auto vrij kan rollen. Om te
voorkomen dat de auto zich ongewenst verplaatst, trekt u altijd
de parkeerrem volledig aan voordat u deze procedure uitvoert.
Gebruik wielkeggen indien nodig.
Als de handrem volledig is vrijgezet, maar de
remwaarschuwingslamp blijft branden, werken de remmen wellicht
niet correct. Laat uw auto zo snel mogelijk controleren.
N.B.: Neem zo snel
mogelijk contact op met uw erkende dealer als deze procedure
wordt gebruikt.
N.B.:
Voor sommige
markten is deze functie uitgeschakeld.
Gebruik de hendel van de inschakelblokkering om de
versnellingshendel uit de parkeerstand te zetten in geval van
een elektrische storing of als uw auto een lege accu heeft.
Bedien de handrem en zet de auto van contact alvorens deze
procedure uit te voeren.

- Verwijder het zijpaneel aan de rechterkant van de
versnellingshendel.

- Vind het toegangsgat.

- Plaats een schroevendraaier (of vergelijkbaar gereedschap)
in het toegangsgat en duw de hendel naar voren terwijl u de
versnellingshendel uit de parkeerstand (P) en in de neutrale
stand (N) zet.
- Verwijder het gereedschap en breng het zijpaneel opnieuw
aan.
- Start uw auto en zet de parkeerrem vrij.
Als de auto vast komt te zitten in modder of sneeuw
N.B.: Beweeg de
auto niet heen en weer als de motor niet op de normale
bedrijfstemperatuur is; doet u dit wel, dan kan de transmissie
beschadigd raken.
N.B.: Beweeg de
auto niet langer dan 1 minuut heen en weer, omdat anders de
transmissie en de banden beschadigd kunnen raken of de motor
oververhit kan raken.Als de auto vast komt te zitten in modder of sneeuw, mag deze
heen en weer worden bewogen door te schakelen tussen vooruit- en
achteruitversnellingen (stoppen tussen schakelingen met een
regelmatig patroon). Trap het gaspedaal in iedere versnelling
licht in.
LESEN SIE MEHR:
Druk de knop op de versnellingshendel in om de bergrem te
activeren. Het controlelampje van de bergrem op het dashboard
brandt.
De bergremfunctie:
Biedt extra remkracht op hellingen door middel van een
combinatie van de motorfunctie en het opladen van de
hoogspanningsaccu. Dit helpt om de rijsnelheid constant te
houden wanneer u een helling afrijdt.
Terwijl uw auto bepaalt hoeveel motorfunctie nodig is en
hoeveel de hoogspanningsaccu moet worden opgeladen, merkt u
mogelijk dat het motortoerental toeneemt en/of afneemt. Dit
helpt om uw rijsnelheid constant te houden wanneer u een helling
afrijdt.
Als de bergrem is geactiveerd, drukt u de knop op de
versnellingshendel in om de bergrem te deactiveren. Het
controlelampje van de bergrem gaat uit.
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter wordt bij het aanzetten van het
contact eerst de
onderhoudsindicator weergegeven en vervolgens gedurende enkele seconden het
motorolieniveau.
Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30 minuten niet heeft gedraaid.