Handmatige functies
De bestuurder schakelt de ruitenwissers
handmatig in.

Ruitenwissers vóór
Wissnelheid:
hoge snelheid (hevige neerslag),
normale snelheid (matige
regenval),
interval (wissnelheid aangepast
aan
de wagensnelheid),
uit,
automatisch (omlaag duwen en
loslaten),
één keer (de hendel even naar u toe trekken).
Ruitenwisser achter

Schakel de automatische werking van
de ruitenwisser achter uit bij sneeuwval
of strenge vorst en bij montage van een
fietsendrager op de achterklep. Dit kan
worden uitgevoerd via het configuratiemenu.
Ring voor de selectie van de ruitenwisser achter:
uit,
interval,
wissen en sproeien
(gedurende enige tijd).
Achteruitversnelling
Als de ruitenwissers vóór zijn ingeschakeld
op het moment dat u de achteruitversnelling
inschakelt, wordt automatisch de ruitenwisser
achter ingeschakeld.
Instellen
Deze functie kan worden
geactiveerd
of gedeactiveerd via het
configuratiemenu.
Deze functie is standaard
geactiveerd.
LESEN SIE MEHR:
Trek de ruitenwisserschakelaar naar u
toe. De ruitensproeiers treden in werking,
waarna enige tijd de ruitenwissers worden
ingeschakeld om de ruit schoon te wissen.
Parkeerrem controleren
Type A
Controleer of de slag van het parkeerrempedaal volgens de specificatie is
als het wordt ingetrapt met 30 kg (294 N) De parkeerrem alleen moet de
auto veilig op een vrij steile helling kunnen houden Als de slag groter
of kleiner is dan aangegeven staat, moet u het systeem laten onderhouden
door een professionele werkplaats. Kia raadt aan om een officiële
Kia dealer/servicepartner te bezoeken.