Flippers achter het stuurwiel

+. Opschakelen (rechts van het stuurwiel).
- Trek de flipper aan de rechterzijde achter
het stuurwiel "+" een keer naar u toe om
op te schakelen.
-. Terugschakelen (links van het stuurwiel).
- Trek de flipper aan de linkerzijde achter het
stuurwiel "-" een keer naar u toe om terug
te schakelen.
Met de flippers is het niet mogelijk de
neutraalstand of de achteruitversnelling
in te schakelen of uit de
achteruitversnelling te schakelen.
LESEN SIE MEHR:
R. Achteruit.
Trap het rempedaal in, trek de selectiehendel
omhoog en duw deze naar voren.
Als u de selectiehendel in een andere stand zet, wordt dit
aangegeven door de indicator op het instrumentenpaneel.
Druk op 1: de snelheidsbegrenzer
is geselecteerd, maar nog niet
ingeschakeld (Pause).
Er kan een snelheid worden ingesteld
zonder de begrenzer in te schakelen.
Stel de snelheid in door op de toets
2 of 3 te drukken (bijv.: 90 km/h).