Flippers aan de stuurkolom

+. Flipper om op te schakelen, rechts achter het
stuurwiel.
- Beweeg de flipper "+" naar u toe om op te
schakelen.
-. Flipper om terug te schakelen, links achter
het stuurwiel.
- Beweeg de flipper "-" naar u toe om terug
te schakelen.
Met de flippers is het niet
mogelijk de neutraalstand en de
achteruitversnelling in te schakelen of
uit de achteruitversnelling te schakelen.
Weergave op het instrumentenpaneel

Wanneer u de selectiehendel door het schakelpatroon
beweegt, verschijnt het desbetreffende pictogram op
het instrumentenpaneel.
P. Parking (parkeerstand)
R. Reverse (achteruitversnelling)
N. Neutral (neutraalstand)
D. Drive (automatisch schakelen)
S. Programma Sport
. Programma Sneeuw
1 t/m 6. Ingeschakelde versnelling bij handmatig
schakelen
-. Ongeldige waarde bij handmatig
schakelen
LESEN SIE MEHR:
Toets programma "S" (Sport).
Toets programma "T" (Sneeuw).
Trap het rempedaal in en selecteer de
stand P of N.
Start de motor.
Als niet aan de bovenstaande voorwaarden
wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal en
verschijnt een melding op het display van het
instrumentenpaneel.
Trap bij draaiende motor het rempedaal in.
Zet de parkeerrem vrij als deze niet in de
automatische stand staat.
Selecteer de stand R, D of M.
Laat het rempedaal geleidelijk los.
N.B.: Laat de voorruit
volledig ontdooien voordat u de ruitenwissers inschakelt.
N.B.: Zorg dat u de
ruitenwissers uitschakelt vooraleer u een carwash binnenrijdt.
N.B.: Reinig de
voorruit en de wisserbladen als er strepen of vlekken op de voorruit
verschijnen.Vervang de wisserbladen als hiermee het probleem niet is
verholpen.
N.B.: Schakel de
ruitenwissers niet in bij een droge voorruit.Daardoor kunnen krassen
op de voorruit ontstaan, kunnen de wisserbladen beschadigd raken en
kan de wissermotor verbranden.Gebruik altijd de ruitensproeiers
voordat u de wisfunctie op een droge voorruit inschakelt.
Eenmaal
wissen.
Intervalwissen.
Normaal
wissen.
Snel
wissen.