Door PEUGEOT aanbevolen kinderzitjes
PEUGEOT levert een reeks kinderzitjes met artikelnummer die met een
driepuntsveiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt.

Bevestiging kinderzitjes met veiligheidsgordel
Conform de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden weer met
betrekking tot het bevestigen, met een veiligheidsgordel, van een
universeel gehomologeerd kinderzitje (a), gerangschikt naar gewicht van het kind
en de plaats in de auto:

a: universeel kinderzitje dat in alle auto's bevestigd kan worden met behulp
van de veiligheidsgordel.
b: categorie 0, vanaf de geboorte tot 10 kg. Reiswiegen en autobedjes mogen niet
op de passagiersplaats voor worden vervoerd. Als ze op een
zitplaats van de 2e zitrij worden geplaatst, zijn de andere zitplaatsen mogelijk
niet meer bruikbaar.
c: raadpleeg de huidige wetgeving in uw land alvorens een kinderzitje op deze
plaats te bevestigen.
U: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel gehomologeerd
kinderzitje met een veiligheidsgordel, zowel met de "rug in de rijrichting"
als met het "gezicht in de rijrichting".
U (R): als U, waarbij de stoel van de auto in de hoogste stand en zo ver
mogelijk naar achteren moet staan.
X: zitplaats die niet geschikt is voor een kinderzitje voor de aangegeven
gewichtscategorie.
Verwijder de hoofdsteun en berg deze op als u een kinderzitje met
rugleuning op een passagiersstoel plaatst. Monteer de hoofdsteun weer
zodra u het kinderzitje hebt verwijderd.
LESEN SIE MEHR:
Plaats nooit een kind in een kinderzitje
"met de rug in de rijrichting" op de
voorpassagiersstoel als de airbag vóór
aan passagierszijde is ingeschakeld.
Uw auto voldoet aan de nieuwste ISOFIX-normen.
De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn uitgerust
met de voorgeschreven ISOFIX-bevestigingen:
Was uw auto regelmatig met koud of lauw water en een pH-neutrale
autoshampoo.
Gebruik geen sterke huishoudelijke schoonmaakmiddelen of zeep, zoals
afwasmiddel of wasmiddel. Deze producten kunnen het lakwerk verkleuren en
vlekken veroorzaken.
Was de auto nooit als het plaatwerk heet aanvoelt of in sterk of direct
zonlicht.
Droog de auto met een zeemvel of zachte badstofdoek om watervlekken te
voorkomen.
Gemorste vloeistoffen, vogelpoep, dode insecten en teer moet u meteen
verwijderen. Deze kunnen na verloop van tijd schade aan de lak en bekleding
veroorzaken.
Verwijder externe accessoires, bijvoorbeeld antennes, voordat u een
wasstraat inrijdt.
Verwijder eventuele resten op gelakte oppervlakken onmiddellijk wanneer
u AdBlue bijvult.
N.B.: Zonnebrandcrèmes en
insectenwerende middelen kunnen gelakte oppervlakken beschadigen. Als deze
middelen in contact komen met uw auto, moet u het desbetreffende gebied zo
snel mogelijk wassen.