Contactslot

N.B.: De sleutel moet
schoon zijn voor u deze in enige slotcilinder steekt.
N.B.: Laat de sleutel niet
te lang in het contactslot zitten wanneer de motor niet draait.Dit is om
te voorkomen dat de accu van de auto leegraakt.Het contact uitzetten
Zet de sleutel in stand 0.
Contact in ACC-modus zetten
Zet de sleutel in stand I.Elektrische accessoires, bijvoorbeeld de
radio, werken zonder dat de motor draait.
Contact aanzetten
Zet de sleutel in stand II. Alle elektrische circuits en accessoires
zijn operationeel en de waarschuwings- en controlelampen branden.
De motor starten
Zet de sleutel in stand III.Laat de sleutel los zodra de motor start.
LESEN SIE MEHR:
WAARSCHUWING
Door langdurig stationair draaien met hoge motortoerentallen kan
tot zeer hoge temperaturen in de motor en het uitlaatsysteem leiden,
waardoor het risico op brand of andere schade ontstaat.
N.B.: Het systeem werkt
misschien niet wanneer de passieve sleutel zich dicht bij metalen voorwerpen
of elektronische apparaten bevindt, zoals sleutels of een mobiele telefoon.
N.B.: Om het contact aan te
zetten en de motor te starten, moet zich een geldige passieve sleutel in uw
auto bevinden.
Contact aanzetten
Druk eenmaal op de startknop zonder met uw voet het rem-of koppelingspedaal
aan te raken. Deze bevindt zich op het instrumentenpaneel in de buurt van
het stuurwiel. Alle elektrische circuits en accessoires zijn operationeel en
de waarschuwings- en controlelampen branden.
De portieren en de achterklep worden tijdens
het rijden automatisch vergrendeld bij een
snelheid hoger dan 10 km/h.
Om deze functie in of uit te schakelen
(standaard is deze functie geactiveerd):
Druk met aangezet contact op
deze knop tot er een melding op
het instrumentenpaneel wordt
weergegeven.
Als een van de portieren of de achterklep
geopend is, werkt de automatische
centrale vergrendeling niet: u hoort de
sloten dan weer openspringen.