Boordcomputer, enkele definities...
Actieradius
(km of miles)
De actieradius geeft aan
hoeveel kilometer u nog met
de resterende hoeveelheid
brandstof kunt rijden, berekend
op basis van het gemiddelde
verbruik over de laatste
afgelegde kilometers.
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display. Na het
tanken van minimaal 5 liter brandstof wordt de
actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100 km bedraagt.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats als
tijdens het rijden de streepjes continu
worden weergegeven.
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Dit is het gemiddelde
brandstofverbruik over de laatste
seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven
bij snelheden vanaf 30 km/h.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Dit is het gemiddelde verbruik
sinds de laatste nulstelling van
de boordcomputer.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Dit is de gemiddelde snelheid
sinds de laatste nulstelling van de
boordcomputer (contact aan).
Stop & Start-teller
(minuten/seconden of
uren/minuten)
Als uw auto is uitgerust met
Stop & Start, registreert een
teller hoelang de STOP-stand
tijdens een traject is geactiveerd.
De teller wordt, elke keer als
u het contact met de sleutel
aanzet, weer op nul gezet.
LESEN SIE MEHR:
De boordcomputer geeft actuele informatie over het afgelegde traject
(actieradius,
brandstofverbruik...).
De gegevens zijn toegankelijk
via het menu "Rijden".
Het heeft de volgende functies:
toegang tot de configuratiemenu's van de
functies en de systemen van de auto,
toegang tot de configuratiemenu's van het
audiosysteem en de weergave,
bediening van het audiosysteem, de
telefoon en weergave van de bijbehorende
informatie.
WAARSCHUWING Uitlaatgas Als u met een geopende achterklep rijdt, worden gevaarlijke uitlaatgassen in het interieur gezogen, wat kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel van de inzittenden. Wanneer u met een geopende achterklep moet rijden, houd dan de uitstroomopeningen en alle ruiten open, zodat extra frisse lucht het interieur in komt.