Overzicht systeem
Automatische verwarming en airconditioning
1. Druk op toets AUTO. De te gebruiken uitstroomopeningen, de aanjagersnelheid, de luchtinlaat en de airconditioning worden automatisch geregeld op basis van de gekozen temperatuur.
2. Stel de temperatuurregelknop in op de gewenste temperatuur.
OPMERKING
OPMERKING Bedek de sensor op het dashboard nooit, zodat een optimale werking van het verwarmings en airconditioningssysteem gegarandeerd blijft.
Luchtcirculatie
De luchtcirculatietoets regelt de circulatie van de lucht door het ventilatiesysteem De lucht wordt op de volgende manier over de uitstroomopeningen verdeeld:
Hoofd
De lucht stroomt naar het bovenlichaam en het hoofd. Daarnaast kan iedere uitstroomopening versteld worden om de richting van de luchtstroom te wijzigen.
Bi niveau
De lucht stroomt naar het hoofd en naar de voetenruimte.
Voetenruimte
De meeste lucht stroomt naar de voetenruimte en een klein gedeelte stroomt naar de voorruit en de zijruitontwaseming.
Voetenruimte/ontwasemen
De meeste lucht stroomt naar de voetenruimte en de voorruit en een klein gedeelte stroomt door de zijruitontwaseming.
OPMERKING 2e rij uitstroomopeningen (E, F)
Ontwasemen
De meeste lucht stroomt naar de voorruit en een klein gedeelte stroomt door de zijruitontwaseming.
Uitstroomopeningen dashboard
De uitstroomopeningen kunnen afzonderlijk met het wieltje worden geopend of gesloten Met de hendel in de uitstroomopeningen kunt u de richting van de luchtstroom uit deze uitstroomopeningen afstellen, zoals in de afbeelding is aangegeven.
Temperatuurregelknop
Door de knop volledig naar rechts te draaien neemt de temperatuur toe tot maximaal (HI) Door de knop volledig naar links te draaien neemt de temperatuur af tot minimaal (LO) Door aan de knop te draaien wordt de temperatuur in stappen van 0,5