Auto start
Motor starten vanuit Idle Stopmodus

Met Double Clutch transmissie
- Laat het rempedaal los of
- Zet bij ingetrapt rempedaal de selectiehendel in stand R
(achteruit) of in de stand handmatig.
De motor start en het groene controlelampje AUTO STOP ( ) op het
instrumentenpaneel dooft.
De motor start ook in de volgende gevallen automatisch, zonder dat
de bestuurder actie onderneemt:
- De aanjagersnelheid van het handbediende verwarmings en
ventilatiesysteem staat in een hogere stand dan 3 wanneer de
airconditioning is ingeschakeld.
- De aanjagersnelheid van het automatische verwarmings en
ventilatiesysteem staat in een hogere stand dan 6 wanneer de
airconditioning is ingeschakeld.
- Als een bepaalde tijd is verstreken sinds het verwarmings en
ventilatiesysteem is ingeschakeld.
- Wanneer de ontwaseming is ingeschakeld.
- Als het vacuüm van de rembekrachtiger laag is.
- Als de laadtoestand van de accu laag is.
- Het voertuig rijdt sneller dan 1 km/h (Met transmissie met
dubbele koppeling)
- Motor wordt voor een lange tijd uitgeschakeld met AUTO STOP.
(Met transmissie met dubbele koppeling)
- Als u de veiligheidsgordel losmaakt of het bestuurdersportier
opent tijdens het intrappen van het rempedaal (Met transmissie met
dubbele koppeling)

Het groene controlelampje AUTO STOP (
) op
het instrumentenpaneel gaat gedurende 5 seconden knipperen en de
aanwijzing "Auto Start" verschijnt op het lcd scherm.
LESEN SIE MEHR:
Motor uitzetten in Idle Stop modus
Met transmissie met dubbele koppeling
Het ISG systeem werkt wanneer aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
De bestuurder heeft de veiligheidsgordel vastgemaakt.
Het bestuurdersportier en de motorkap zijn gesloten.
Het vacuüm van de rembekrachtiger is in orde.
De accu is voldoende opgeladen.
De buitentemperatuur is tussen C en 35 C.
De koelvloeistoftemperatuur is niet te laag.
Zet het contact en alle andere schakelaars uit.
Open de klep van de zekeringkast Als de schakelaar in stand
OFF staat, wordt "LET OP " weergegeven in het instrumentenpaneel.
Trek de verdachte zekering recht naar buiten. Gebruik de
zekeringtrekker die zich in de hoofdzekeringkast in de motorruimte
bevindt.
Controleer de verwijderde zekering; vervangen indien deze is
doorgebrand Er bevinden zich reservezekeringen in de zekeringkast aan
bestuurderszijde (of in de zekeringkast in de motorruimte).
Plaats een nieuwe zekering met dezelfde stroomsterkte en
controleer of de zekering goed vastzit.