Algemene informatie
Condens in de voor- en achterlampen van de buitenverlichting
Voor- en achterlampen van de buitenverlichting hebben
ontluchtingsopeningen ten behoeve van normale wijzigingen in de
luchtdruk.
Condensvorming kan een natuurlijke bijkomstigheid van deze
constructie zijn. Wanneer vochtige lucht via de
ontluchtingsopeningen in de lampeenheid binnendringt, bestaat de
mogelijkheid dat condensvorming optreedt wanneer de temperatuur laag
is. Wanneer normale condensvorming optreedt, kan zich een licht waas
aan de binnenzijde van de lens vormen. Dit fijne waas verdwijnt
wanneer de lampen normaal in bedrijf zijn geleidelijk via de
ontluchtingsopeningen.
Onder droge weersomstandigheden kan dit oplossen 48 uur duren.
Voorbeelden van acceptabele condensvorming zijn:
- De aanwezigheid van een fijn waas (geen strepen, sporen van
druppels of grote druppels).
- Een fijn waas dat 50% van de lens bedekt.
Voorbeelden van onacceptabele condensvorming zijn:
- Een waterplas in de lamp.
- Strepen, sporen van druppels of grote druppels aan de
binnenzijde van de lens.
Ontdekt u onacceptabele condensvorming, laat uw auto dan door een
officiële dealer controleren.
LESEN SIE MEHR:
Uit.
Parkeerlichten,
instrumentenpaneelverlichting, kentekenplaatverlichting en
achterlichten.
Koplampen.
Houd u bij het monteren van de dwarsdragers
aan hun montageplaats:
Verwijder de dop met behulp van een
inbussleutel.
Zet de dwarsdragers in de juiste stand en
draai de bevestigingsbouten vast.
Gebruik door CITROËN goedgekeurde
accessoires en houd u aan de
aanwijzingen en instructies in de
montagehandleiding van de fabrikant
om beschadiging van de carrosserie
(vervorming, krassen, ...) te voorkomen.